(Klik op het plaatje om te
vergroten)
Geschiedenis
Klik
hier om een tijdbalk van Nigeria te bekijken
Beelden
van Europeanen
De komst van de eerste Europeanen bracht overal in Nigeria een schok teweeg.
Vooral de blanke huid van de reizigers vonden de Nigerianen vreemd. Ze kenden
albino's, maar blanken met blauwe en groene ogen hadden ze nog nooit gezien.
Veel Nigerianen dachten dat Europeanen bovennatuurlijke wezens waren.
Ook later, in 1857, schreef de anglicaanse missionaris John Taylor: 'De mensen
hier noemen ons geesten. Als ze ons zien, draaien ze zich om en rennen hard
het bos in'. Een andere missionaris schreef dat Nigerianen bang waren om vergiftigd
te worden. Velen weigerden daarom blanke handen te schudden, of de missiepost
te betreden.
De stoomboten die de Europeanen gebruikten maakten een al even vreemde indruk.
Nigerianen kenden alleen maar kano's. De enorme rook spuwende gevaartes waarmee
de blanke indringers de rivier de Niger opvoeren, maakten de lokale bevolking
bang. Tegelijkertijd was er bewondering. Mensen die zulke machines konden
maken, moesten wel heel bijzonder zijn.
Nigerianen wenden langzaam aan de nieuwkomers, maar ze vertrouwden hen vaak
niet. Dat kwam onder meer door de fel gekleurde rode stoffen die Europese
handelaren verkochten. Volgens een oude man die geïnterviewd werd door
de Britse historica Elisabeth lsicheï, dachten Nigerianen dat Europeanen
bloed van slaven gebruikten om die kleur te maken. Hoe was anders te verklaren
dat ze zoveel zwarte Afrikanen hadden weggevoerd?
Europeanen hadden de gewoonte om Afrikanen te vergelijken met apen. Nigerianen
deden iets soortgelijks, zij noemden Europeanen varkens. De huid van deze
beesten is immers ook roze. En ze hadden volgens Nigerianen dezelfde vieze
geur om zich heen hangen.
Klik
hier om een kaartje van Nigeria uit de geschiedenis te bekijken
Politiek
In 1999 kozen de Nigerianen Olusegun Obasanjo tot president. Daarmee kwam
een einde aan meer dan vijftien jaar militaire dictatuur. Nigeria is nu officieel
een democratie, maar in de ogen van de bevolking is er weinig veranderd. Obasanjo
kon president worden omdat het leger hem steunde. Talloze kandidaten werden
uitgesloten. Nigeria is dan ook nog lang geen echte democratie, er is hooguit
sprake van een democratiseringsproces.
De moderne geschiedenis van de oude Britse kolonie bestaat uit een opeenvolging
van militaire staatsgrepen. Sinds de onafhankelijkheid in 1960 slaagden er
zes. Elke keer ging de bevolking juichend de straten op, in de hoop op echte
verandering. Maar steeds weer bleek die hoop voorbarig. Bijna alle militaire
leiders bleken asociale potentaten, die de presidentiële functie vooral
gebruikten om hun buitenlandse bankrekeningen te spekken.
Obasanjo is een gepensioneerde generaal, die in de jaren zeventig ook al eens
president was. Hij werd beroemd omdat hij de eerste militaire leider in de
geschiedenis van Nigeria was die vrijwillig de macht overdroeg aan een burgerregering.
Volgens westerse diplomaten ziet Obasanjo zichzelf als de Mandela van Nigeria.
Maar dat is te veel eer. Daarvoor is de president niet daadkrachtig genoeg.
Samenleving
Nigeria is in bijna alles extremer dan andere Afrikaanse landen. Het is de
belangrijkste olieproducent van het continent en heeft met een bevolking van
naar schatting ruim 125 miljoen veruit de meeste inwoners. Een op de zeven
Afrikanen is Nigeriaan. Bij de onafhankelijkheid leek een gouden toekomst
weggelegd voor de regionale grootmacht, maar de beloftes zijn niet waargemaakt.
Veel ging mis in de afgelopen decennia.
Wanbestuur is de belangrijkste oorzaak van de huidige crisis. Op de lijst
van meest corrupte landen ter wereld, jaarlijks samengesteld door de anti-corruptieorganisatie
Transparency International, staat Nigeria consequent in de top-vijf. Opeenvolgende
leiders dachten vooral aan de hoogte van hun eigen bankrekeningen, met de
ontwikkeling van het land hielden ze zich nauwelijks bezig. De nationale economie
ligt al jaren in puin.
De criminaliteit daarentegen bloeit als nooit tevoren. Steden als Lagos en
Onitsha worden onveilig gemaakt door zwaar bewapende roversbendes, die dagelijks
slachtoffers maken. Nigeriaanse misdaadorganisaties hebben vertakkingen over
de hele wereld. Ze beheersen een flink deel van de internationale handel in
cocaïne en heroïne en zijn ook berucht vanwege geraffineerde oplichting
en afpersing van westerse zakenlieden.
Corruptie speelt ook een hoofdrol in de politiek. Regeringsleiders proberen
opposanten te verzoenen door ze om te kopen. Vaak lukt dat. 'Aan elke politicus
hangt een prijskaartje', zeggen ze in Nigeria. Door de olie-export, die jaarlijks
miljarden euro's oplevert, is er geld genoeg. De bevolking ziet het vertrouwen
in haar leiders telkens opnieuw beschaamd.
Met de verkiezing in 1999 van de voormalige militaire leider Olusegun Obasanjo
tot nieuwe president is Nigeria de weg naar democratisering ingeslagen. Geen
gemakkelijke weg in een land waar diverse generaties opgroeiden in een cultuur
van onderdrukking en geweld. De resultaten van de democratisering tot nu toe
houden dan ook niet over. Wel maakt de bevolking gretig gebruik van de toegenomen
vrijheid van meningsuiting. Tal van burgerorganisaties proberen de oorzaken
van de economische malaise aan te pakken. Verschillende mensenrechtenorganisaties
volgen het democratiseringsproces op de voet. De katholieke kerk is sterk
betrokken bij de bestrijding van corruptie en wanbestuur. Ook zijn er tegenwoordig
veel NGO's (niet-gouvernementele organisaties) actief in Nigeria, die zich
richten op
onderwerpen als de rechten van vrouwen en jongeren, aids, milieuvervuiling
of gemeenschapsontwikkeling. Door hun nog maar korte bestaan blijft de invloed
van de 'civil society' organisaties vooralsnog beperkt. Politieke leiders
kunnen dit maatschappelijk middenveld vaak eenvoudig negeren.
Met het verdwijnen van de onderdrukking zijn echter overal in het land de
etnische en religieuze vetes toegenomen. Elk jaar vallen er duizenden doden.
De grote vraag is of de politiek de komende jaren in staat zal zijn alle interne
spanningen te bezweren en Nigeria bijeen te houden. Velen vrezen een herhaling
van de Biafra-oorlog, die tussen 1967 en 1970 aan tenminste een half miljoen
Nigerianen het leven kostte.
De extremen binnen de Nigeriaanse samenleving blijken ook een bron van kracht
en inspiratie. Uit geen enkel ander Afrikaans land komen zoveel succesvolle
voetballers, schrijvers en muzikanten. Meer dan tweehonderd Nigeriaanse voetballers
spelen bij Europese profclubs. Schrijvers als Wole Soyinka en Ben Okri zijn
wereldberoemd, net als de muzikanten Femi Kuti, Sade en Lagbaja.
Een nieuwe hoofdstad
Abuja is sinds 1991 de hoofdstad van Nigeria. Het besluit voor de bouw werd
genomen in de jaren zeventig, toen Nigeria door de hoge olieprijzen geld genoeg
had. Nadat de olieprijzen daalden, kwam een groot deel van de bouwactiviteiten
stil te liggen. Jarenlang zag het er naar uit dat de stad nooit zou worden
afgebouwd. Pas een paar jaar geleden werden de laatste regeringsgebouwen voltooid.
Eén van de doelen van Abuja was het versterken van de nationale eenheid.
De oude hoofdstad Lagos ligt in het zuidwesten, het gebied van het Yoruba-volk.
Door een nieuwe hoofdstad te bouwen in het midden van het land hoopten de
Nigeriaanse leiders de nationale eenheid te versterken. Een andere reden om
de hoofdstad te verplaatsen was de onbeheersbare groei van Lagos. Het Duitse
bedrijf Julius Berger sleepte bijna alle bouwopdrachten binnen.
Abuja ligt in een heuvelachtig landschap, aan de voet van de driehonderd meter
hoge Aso Rock. In tegenstelling tot andere Nigeriaanse steden is Abuja een
toonbeeld van orde. De regeringsgebouwen zien er goed onderhouden uit, met
glimmende spiegelruiten en veel marmer. De moskee heeft een goudkleurige koepel.
Terwijl de bevolking van Lagos bijna nooit elektriciteit heeft, staat het
net in Abuja 24 uur per dag onder spanning.
De bevolking van de nieuwe hoofdstad groeit snel. Tot voor kort trokken plattelandsbewoners
massaal naar Lagos, nu is Abuja steeds vaker de bestemming. Aan de rand van
de stad springen sloppenwijken als paddestoelen uit de grond. Pessimisten
vragen zich af hoe lang Abuja zijn imago van schone stad zonder criminaliteit
kan bewaren. Zij vrezen dat het binnen een paar jaar een tweede Lagos is.
Nu al zijn er grote problemen met de drinkwatervoorziening.
Bakassi Boys
Door het falen van de politie, huren steeds meer Nigerianen eigen veiligheidsdiensten
in. De Bakassi Boys, die vooral in het zuidoosten actief zijn, zijn het bekendst.
Ook lokale gezagsdragers maken in toenemende mate gebruik van hun diensten.
Als de Bakassi Boys dieven grijpen, worden ze vaak ter plekke geëxecuteerd.
Bijna niemand in Nigeria doet daar moeilijk over.
Een delegatie van de mensenrechtenorganisatie Amnesty International zag in
april 2002 hoe de Bakassi Boys een man overgoten met benzine om hem in brand
te steken. De jongens, met automatische wapens en munitiegordels om hun lichaam,
hadden de man al tot bloedens toe geslagen. Toen ze de Amnesty-delegatie opmerkten,
laadden ze de man in een auto en reden weg. Amnesty weet niet wat er met hem
gebeurd is.
De privé-milities, die ook in andere delen van het land in opkomst
zijn, stemmen velen tot zorg. Gevreesd wordt dat Nigeria een ontwikkeling
zal doormaken zoals veel andere Afrikaanse landen, waar de staat nauwelijks
nog functioneert. Dat biedt de ruimte aan allerlei andere groepen. Een ander
punt van zorg is dat militieleden steeds vaker hetzelfde doen als de Nigeriaanse
politie: ze misbruiken hun macht om burgers af te persen.
Lokale politici gebruiken de Bakassi Boys om tegenstanders te bedreigen. Tijdens
verkiezingen worden ze ingezet om kiezers te intimideren. Bij stembureaus
laten ze de wachtenden op agressieve wijze weten op welke partij ze moeten
stemmen. In toenemende mate geldt dat een succesvolle politicus een politicus
is met een eigen militie.
Levendig maatschappelijk middenveld
Nigeria kent een levendige 'civil society'. Talloze particuliere organisaties
houden zich bezig met zaken als mensenrechten, politieke vrijheden en milieu.
Met name binnen kerken en moskeeën is veel aandacht voor maatschappelijke
kwesties. De Nigeriaanse pers is niet bang om felle kritiek op de machthebbers
te leveren. Vakbonden roepen voortdurend stakingen uit.
NGO's en CBO's
Eén van de meest opvallende ontwikkelingen is de sterke groei van het
aantal NGO's (niet-gouvernementele organisaties) en CBO's (community-based
organisations). Eind jaren tachtig waren er in Nigeria nog voornamelijk internationale
ontwikkelingsorganisaties actief. Nu zijn er honderden Nigeriaanse organisaties,
die werken op zowel nationaal als lokaal niveau. Zij worden geleid door vaak
goed opgeleide mensen. Men richt zich op issues als onderwijs en gezondheid,
versterking van de politieke en economische rechten van vrouwen en jongeren,
landbouw, visserij, milieudegradatie, water en sanitatie en gemeenschapsontwikkeling.
De organisaties variëren sterk in omvang en invloed en zijn in het zuiden
van het land beter vertegenwoordigd dan in het noorden. Met name gemeenschapsorganisaties
zoals dorps- en wijkraden kampen vaak met capaciteitsproblemen: ze zijn niet
in staat een goede organisatie te vormen met een uitgesproken visie, hebben
gebrek aan managementervaring en ontberen de benodigde technische kennis.
Ook hebben ze vaak nauwelijks toegang tot fondsen.
Mensenrechten
De meeste mensenrechtenorganisaties in het land werden in de jaren negentig
opgericht, in het verzet tegen de militaire dictatuur. De groepen bestrijken
vooral het zuidwesten en zuidoosten van het land, met een sterke concentratie
op Lagos. Na de verkiezingen van 1999 bezonnen de meeste organisaties zich
op hun rol. Ze richten zich nu onder meer op het nauwkeurig volgen van de
overgang naar de democratie, via de Transition Monitoring Group (een coalitie
van 56 mensenrechtengroepen). Op lokaal niveau zijn verschillende initiatieven
ontplooid om lokale overheden verantwoording af te laten leggen over onder
meer hun bestuur en besteding van het budget. NGO's werken daarbij nauw samen
met de plaatselijke bevolking. Opvallend is ook dat veel organisaties de overheid
als doelgroep hebben. Zo worden politiemensen en lokale bestuurders bijgeschoold
op thema's als vrouwen- en mensenrechten en democratisering.
Eén van de grootste Nigeriaanse mensenrechtenorganisaties is het Constitutional
Rights Project (CRP). Ten tijde van het Abacha-bewind (1993-'98) ging deze
organisatie door met het aan de kaak stellen van misstanden. Diverse leden
werden gevangen gezet, maar dat veranderde niets aan hun vechtlust. 'Tegenwoordig
hoeven we niet meer bang te zijn voor arrestatie', zegt CRP-directeur Clement
Nwankwo. 'Er zijn geen gewetensgevangenen meer. Alle Nigerianen kunnen nu
roepen en schrijven wat ze denken'. De CRP hanteert een brede definitie van
mensenrechten. Bestrijding van kinderprostitutie en milieuvervuiling vallen
ook binnen het mandaat. Tegenwoordig besteedt de organisatie veel aandacht
aan de sharia. Men neemt geen standpunt in het debat in maar pleit voor een
liberale interpretatie. Pas als de islamitische wet leidt tot mensenrechtenschendingen,
komt CRP in actie. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is
daarbij het uitgangspunt.
Scheldkanonnades in de media
Nigeriaanse kranten en weekbladen zijn vermaard om hun scheldkanonnades aan
het adres van de autoriteiten. Dat was ook tijdens de militaire dictatuur
overigens al het geval. 'Bij de toewijzing van regeringsposten wordt alleen
de vraag gesteld in hoeverre iemand bereid is zijn principes aan de kant te
zetten en anderen te bedriegen', schreef de Nigeriaanse krant 'The Guardian'.
Radio en tv, die grotendeels in handen van de staat zijn, gebruiken doorgaans
minder harde taal.
Elke dag verschijnen in Nigeria tientallen verschillende kranten. Ook is er
een breed aanbod aan weekbladen. 'The Guardian' is één van de
meer serieuze kranten. 'Punch' en 'Concord' houden van sensatie. Sportbladen
zijn uitermate populair, vooral als ze over voetbal gaan. Er is in Nigeria
zelfs een dagblad, 'Complete Sports', dat geheel gewijd is aan sport.
Nigeriaanse journalisten die politici of zakenlui interviewen krijgen bijna
altijd een enveloppe met geld toegeschoven. De bedoeling is dat de journalist
een positief verhaal schrijft. Vaak ook worden journalisten betaald voor een
negatief verhaal over een concurrent. Of het artikel op waarheid berust doet
niet ter zake. Ook Nigerianen kennen de macht van de media. Veel journalisten
vinden het niet verkeerd om geld aan te nemen.
'We krijgen zo slecht betaald dat het een noodzakelijke aanvulling is op ons
inkomen', zegt een bekende Nigeriaanse journalist. 'Bovendien betekent het
aannemen van geld niet per definitie dat ik iets positiefs schrijf. Ik kan
ook gewoon het geld in mijn zak stoppen en de waarheid publiceren'.
Vakbonden
Nigeriaanse vakbonden houden van staken. Met grote regelmaat worden universiteiten,
ziekenhuizen en andere publieke instellingen plat gelegd. 29 grote vakbonden
zijn verenigd in het 'National Labour Congres' (NLC), dat ongeveer 3,5 miljoen
leden heeft. De 'Nigerian Union of Petroleum and Natural Gas Workers' (Nupeng)
is veruit de machtigste vakbond.
Het NLC komt vooral in actie voor hogere salarissen, of om te protesteren
tegen de gestegen benzineprijzen. Met arbeidsrecht houdt de vakorganisatie
zich nauwelijks bezig. Bedrijven kunnen hun werknemers daardoor nog steeds
eenvoudig ontslaan. Een regeling voor arbeidsongeschiktheid is er niet, een
uitkering voor werklozen evenmin.
Politiek is voor de Nigeriaanse vakbonden wel een belangrijk punt van aandacht.
Toen in 1993 de presidentsverkiezingen geannuleerd werden, legden ze maandenlang
het werk neer. De vakbonden kozen openlijk partij voor Moshood Abiola, die
de verkiezingen waarschijnlijk gewonnen zou hebben.
Vrouwenrechten in de knel
Wettelijk zijn de rechten van vrouwen in Nigeria goed geregeld. De dagelijkse
praktijk is vaak anders. Moderne wetgeving botst vaak met traditionele regels.
Zo heeft een vrouw in het traditionele erfrecht doorgaans geen recht op enig
erfgoed als haar man overlijdt, terwijl in de nationale wet staat dat ze wel
recht heeft op een aandeel. En ondanks de wettelijke minimum leeftijdsgrens
worden meisjes nog vaak op jonge leeftijd uitgehuwelijkt.
Iedere etnische groep hanteert eigen regels. In het algemeen dienen vrouwen
zich te onderwerpen aan de wensen van echtgenoot, broer of vader. Kinderen
krijgen en verzorgen is een plicht. In de Nigeriaanse politiek zijn nauwelijks
vrouwen actief, onder de 46 ministers en 360 parlementariërs zijn maar
een paar vrouwen. In de academische wereld, maatschappelijke organisaties
en in het (informele) bedrijfsleven spelen vrouwen vaak wel een prominente
rol.
Er zijn in Nigeria tal van vrouwenorganisaties actief. Sommigen opereren op
nationaal niveau en hebben afdelingen in afzonderlijke staten. Andere organisaties
richten zich op specifieke onderwerpen als gezondheid, geboorte en family
planning, aids of het welzijn van kinderen. Zij scholen vrouwen bij over hun
rechten. Veel NGO's zijn actief onder het motto: Vrouwenrechten zijn ook mensenrechten.
Geweld tegen vrouwen is dankzij hun inspanningen een nationaal issue geworden.
In 2001 werd een wetsvoorstel ingediend om vrouwenhandel strafbaar te stellen.
Vrouwenhandel
Nigeriaanse mensensmokkelaars ronselen regelmatig meisjes om ze in Europa
gedwongen als prostituee te laten werken. Honderden meisjes kwamen zo de afgelopen
jaren illegaal naar Nederland en België. Vooral in Italië werken
veel illegale Nigeriaanse prostituees. Vaak zijn de meisjes jonger dan zestien
jaar. Ze laten zich verleiden door het vele geld dat hen wordt beloofd. Veel
mensensmokkelaars zijn oud-prostituees, die door een huwelijk een Europees
paspoort hebben gekregen. De meisjes komen Europa vaak binnen met valse papieren.
Velen beweerden dat ze afkomstig waren uit Sierra Leone, zodat ze politiek
asiel konden aanvragen. Nigerianen komen vrijwel nergens in Europa in aanmerking
voor een verblijfsstatus. De organisatie Terre des Hommes publiceerde in 1999
een rapport waarin werd beschreven hoe de meisjes en vrouwen onder druk worden
gezet met rituelen uit de traditionele religie, ook wel hekserij of voodoo
genoemd. Nagels, haar en bloed wordt de prostituees onder dwang afgenomen,
waarna er magische rituelen mee uitgevoerd worden. Bijna alle meisjes hebben
een diepe angst voor deze rituelen.
Polygamie
Polygamie komt in Nigeria veel voor, hoewel het aantal polygame huwelijken
lijkt af te nemen. Veel vrouwen zijn daar verheugd over, maar er is ook weerstand.
In Noord-Nigeria gingen vrouwen de straat op om te protesteren tegen het verdwijnen
van polygamie. Zij benadrukten dat de islam vier vrouwen toestaat. Eén
van de redenen voor het verdwijnen van polygamie is dat trouwen duur is. Een
man betaalt de bruidsprijs en heeft de plicht zijn vrouw te onderhouden. Een
groeiend aantal mannen besteedt zijn geld liever aan andere zaken: een auto
of een mooi huis. De protesterende vrouwen vinden dat asociaal. Een huwelijk
met een vermogend man is voor hen de manier om hun levensstandaard te verhogen.
Europeanen vinden het vaak tragisch dat vrouwen hun echtgenoot selecteren
op basis van zijn rijkdom. Maar in Nigeria is het doodnormaal, al eeuwenlang.
Zowel voor mannen als vrouwen is een huwelijk de manier om een verbond met
andere families te sluiten. De man kan zo zijn achterban, en dus zijn macht,
vergroten.
Besnijdenis
Meer dan 50 procent van de Nigeriaanse vrouwen is besneden. Besnijdenis komt
in talloze gedaantes voor. Sommige etnische groepen gaan zeer rigoureus te
werk, Op de achtste dag na de geboorte schrapen ze de hele vaginarand met
een mes weg. Andere etnische groepen hanteren mildere varianten. Besnijdenis
komt bij zowel christenen als moslims voor.
De Nigeriaanse regering besteedt weinig aandacht aan het probleem. Er is geen
anti-besnijdeniswetgeving of ontmoedigingscampagne. Wel zijn er diverse vrouwengroepen
die zich met het onderwerp bezig houden. Zij krijgen steun van ondermeer Unicef
en het Inter-African Committee onTraditional Practices Affecting the Health
of Women and Children (IAC).
Business mama's
Nigeriaanse vrouwen zijn traditioneel zeer actief in de handel. Overal in
Nigeria hebben ze bedrijfjes. Precieze cijfers zijn er niet, omdat veel bedrijven
niet geregistreerd staan. Maar volgens sommige schattingen is 75 procent van
de Nigeriaanse ondernemingen in handen van vrouwen. Buitenlandse firma's zijn
vaak verbaasd als blijkt dat hun Nigeriaanse zakenpartner een vrouw is.
Nigeriaanse zakenvrouwen zijn met name actief in het midden- en kleinbedrijf.
Vaak kopen ze in Zuid-Nigeria vis, die ze per vrachtwagen naar Noord-Nigeria
transporteren en daar met winst verkopen. Op de terugweg nemen ze yams mee,
die in het zuiden duurder zijn. Nigeriaanse markten worden gedomineerd door
vrouwen. Het marktleven is immers betrekkelijk makkelijk te combineren met
het moederschap. Overal zie je vrouwen met kinderen achter marktkramen zitten.
Vandaar ook de bijnaam 'business mamma's'.
De voorname rol van vrouwen in het zakenleven is niet uniek voor Nigeria.
Ook in andere West-Afrikaanse landen - met name Togo, Benin en Ghana - hebben
veel vrouwen ondernemingen. Het fenomeen 'vrouw in zaken' beperkt zich tot
de christelijke kustgebieden. In het noorden, waar de bevolking grotendeels
moslim is, vinden velen het ongepast dat vrouwen een eigen onderneming drijven.
Schelden met een lach
Nigerianen schelden graag op hun land. Zonder schroom zeggen ze dat het vies,
heet en lawaaierig is. Kankeren op de machthebbers doen ze nog liever. Maar
altijd met een lach. Nigerianen weten dat er veel mis is met hun land, maar
beseffen dat zelfmedelijden geen zin heeft. Ze maken liever een goede grap
over hun dagelijkse ellende.
De komende jaren hebben de Nigerianen waarschijnlijk genoeg redenen om te
blijven schelden. Economisch lijkt er niet veel te veranderen, ook niet nu
er een min of meer democratisch gekozen regering is. Net zoals onder de militaire
dictatuur worden inkomsten uit de olie-export nauwelijks gebruikt om de landbouw
en de industrie uit het dal te helpen.
Veel kenners zijn ervan overtuigd dat president Obasanjo oprecht probeert
het land te ontwikkelen, maar dat individuen binnen het leger de noodzakelijke
hervormingen tegenhouden. Oud-president Ibrahim Babangida, de echte sterke
man van Nigeria, vormt het grootste obstakel. Hij is waarschijnlijk de meest
corrupte leider die Nigeria ooit heeft gehad.
De etnische en religieuze geschillen nemen toe. Volgens sommigen heeft dat
onder meer te maken met de invoering van democratie. Ten tijde van de militaire
dictatuur was leiding geven een kwestie van delegeren, nu moet er onderhandeld
worden. Politici zijn daardoor voortdurend genoodzaakt hun aanhang te mobiliseren.
Inspelen op etnische en religieuze sentimenten blijkt vaak de meest effectieve
manier om dat te bereiken. 'Ons land is geen democratie maar democrazy', zeggen
de Nigerianen.
De burgerregering van Obasanjo lijkt de situatie niet meer onder controle
te hebben. Omdat de politie de orde niet handhaaft, ontstaan overal in het
land privé-milities. Lokale leiders gebruiken deze milities om politieke
tegenstanders te intimideren. In brede kring wordt gevreesd voor het uiteenvallen
van Nigeria. Dan zou een situatie kunnen ontstaan waarin tientallen krijgsheren
elkaar bestrijden.
In werkelijkheid is de kans klein dat Nigeria uiteen valt. Als het echt zo
ver dreigt te komen, zullen de strijdkrachten opnieuw een staatsgreep plegen.
Het leger is het enige instituut in Nigeria waar alle etnische en religieuze
groepen redelijk goed samenwerken. Mede daardoor is het leger als enige in
staat een zekere mate van orde te garanderen.
Relaties met België en Nederland
De Nederlandse regering geeft slechts in heel beperkte mate ontwikkelingshulp
aan Nigeria. Ze vindt dat Nigeria door de olie-export voldoende middelen heeft
om zelf voor ontwikkeling te zorgen. Bovendien zit het Nederland niet lekker
dat de Afrikaanse grootmacht weigert een schuld van ruim een miljard euro
terug te betalen. Deze schuld stamt uit de jaren tachtig, toen Nederlandse
bedrijven in Nigeria havens, bruggen en wegen aanlegden. De bedrijven hadden
een exportverzekering bij de Nederlandse overheid. Nadat de Nigerianen weigerden
te betalen, werd de schuld daardoor een staatsschuld.
Van de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties is Novib in Nigeria het prominentst
aanwezig. Novib financiert er een aantal organisaties die zich onder meer
bezig houden met de gevolgen van de olievervuiling en schendingen van mensenrechten
in de Niger-delta, gemeenschapsopbouw in buitenwijken van Lagos, reproductieve
gezondheid en aids, onderwijs voor arme kinderen, vrouwenhandel en duurzaam
omgaan met het tropisch regenwoud.
Stelt de ontwikkelingsrelatie dus niet zo veel voor, op handelsgebied zijn
beide landen wel
nauw verbonden. Nederland is één van de vijf belangrijkste handelspartners
van Nigeria. In 2000 bedroeg de waarde van de Nederlandse uitvoer bijna 425
miljoen euro. Het ging daarbij vooral om vis, kunststof, geraffineerde aardolieproducten,
machines en vervoermaterieel. Nigeria exporteerde in dat jaar voor ruim 164
miljoen euro naar Nederland. Dat betrof vooral voeding en levende dieren en
minerale brandstoffen. Wat betreft buitenlandse investeringen komt Nederland
op de derde plaats, tussen 1993 en 1997 stroomde er voor 1,5 miljard euro
naar de Afrikaanse grootmacht. In 1998 werd voor 21,3 miljoen euro geïnvesteerd.
Daarmee was Nigeria voor Nederlandse investeerders het belangrijkste land
in Afrika.
Van de Nederlandse bedrijven in Nigeria is Shell veruit het grootst. Andere
bedrijven zijn zuivelfabrikant Wamco, Van Leer Containers en Heineken. De
biermultinational bezit 30 procent van de aandelen van Nigerian Breweries,
dat de merken Gulder en Star op de markt brengt. Ook baggerbedrijf Boskalis
en bouwgigant Ballast Nedam zijn er al jaren actief. Voor Vlisco, producent
van felgekleurde batikstoffen, is Nigeria de belangrijkste afzetmarkt.
Reisinformatie
Elk jaar als de Nigeriaanse regering het budget presenteert, blijkt dat opnieuw
een aanzienlijk bedrag is gereserveerd voor de ontwikkeling van de toeristensector.
Steevast leidt dat tot hoongelach. Door de hoge criminaliteitscijfers en de
wijdverbreide corruptie is het volgens veel Nigerianen uitgesloten dat toeristen
van hun land genieten. 'Alleen een masochist met een ziekelijke lust tot zelfdestructie
gaat op vakantie naar Nigeria', schrijft Chinua Achebe in 'The trouble with
Nigeria'.
Nigeria is inderdaad geen toeristvriendelijk land. Het begint al op het vliegveld
van de oude hoofdstad Lagos, waar de meeste internationale vluchten arriveren.
Douaniers vinden altijd wel iets dat niet in orde is. De keus is dan smeergeld
betalen of achter in de rij aansluiten. De taxichauffeurs op de luchthaven
zijn nog erger. Talloze reizigers die in het verleden in een auto stapten
werden naar een stil plekje gereden en beroofd. Bezoekers krijgen daarom het
advies zich altijd door iemand te laten afhalen.
Toch is Lagos minder erg dan vaak beweerd wordt. In de meeste wijken van de
stad kunnen Europese bezoekers zonder probleem alleen over straat. Van geweld
heeft vrijwel niemand last. Als politiemannen of andere gezagsdragers een
hoge boete willen uitschrijven voor een zogenaamde overtreding, is het zaak
te blijven lachen. Een goede grap werkt altijd. Een bange reactie is vaak
het begin van ellende. Agenten weten dat buitenlandse bezoekers die in de
stress schieten gemakkelijk hun portemonnee trekken. En dat is precies waar
ze op uit zijn.
Wie de grote steden langs de kust achter zich laat, komt terecht in een heel
andere wereld. Op het platteland en in steden in Midden- en Noord Nigeria
is nauwelijks criminaliteit. Opdringerige mensen die om cadeaus vragen zijn
zeldzaam. In grote delen van het land is een blanke nog een bezienswaardigheid;
hele dorpen lopen uit als een 'white man' is gesignaleerd. In de noordelijke
stad Kano, één van de grootste toeristische attracties van Nigeria,
is het prima vakantie vieren.
Het openbaar vervoer in Nigeria is uitstekend. Airconditioned bussen rijden
tussen alle grote steden. Daarnaast is er de bushtaxi. Reizigers die van de
ene naar de andere stad willen, gaan naar het taxistation en wachten tot er
vier tot zes andere passagiers opdagen die hetzelfde reisdoel hebben. De wachttijd
is nooit veel langer dan een uur. Het voordeel is dat je niet hoeft te reserveren.
De gedeelde taxi's rijden via vaste routes naar alle uithoeken van het land.
Nigeria is niet duur. Een goede hotelkamer is er al voor twintig euro. Maar
het heeft geen zin om af te gaan op informatie uit reisgidsen. Vrijwel alle
Nigeria-gidsen zijn hopeloos verouderd, ook al beweren de uitgevers dat de
informatie geactualiseerd is. Reizigers moeten in de meeste gevallen zelf
op zoek naar een hotel. Wie airconditioning of een ventilator belangrijk vindt,
dient te controleren of het hotel een eigen generator heeft. Anders valt de
apparatuur uit bij één van de vele stroomstoringen.
Bevolking / Populatie
Klik hier om een afbeelding van de bevolking / populatie te openen
Economie
De Nigeriaanse economie draait om olie. Door de fluctuerende olieprijzen zijn
de inkomsten sterk wisselend. Bij een olieprijs van dertig dollar per vat
is de jaarlijkse opbrengst voor Nigeria achttien miljard dollar. Bij een prijs
van tien dollar is dat vier miljard. In goede jaren levert de olie-export
95 procent van de deviezen en 80 procent van het overheidsbudget. In slechte
jaren aanmerkelijk minder.
De Nigeriaanse machthebbers hielden zich de afgelopen decennia vooral bezig
met de vraag hoe ze zo veel mogelijk geld uit de olie-export rechtstreeks
in hun eigen zakken konden laten stromen. Andere economische sectoren zijn
verwaarloosd. Van de beloofde economische hervormingen onder Obasanjo is nog
weinig terecht gekomen. Overal in Nigeria staan verlaten fabrieken, die door
onkruid zijn overwoekerd. Voedsel en andere consumptiegoederen worden op grote
schaal geïmporteerd.
In de jaren zeventig, toen de olieprijzen hoog waren, beleefde Nigeria een
economische bloeiperiode. In 1981 kwam de ommekeer. Het gemiddelde jaarinkomen
daalde van 1000 dollar per hoofd van de bevolking naar de huidige 260 dollar.
Nigeria behoort nu tot de twintig armste landen ter wereld. Afhankelijk van
de definitie leeft tussen 45 en 66 procent van de bevolking beneden de armoedegrens.
Desondanks krijgt Nigeria nauwelijks ontwikkelingshulp; landen als Ghana en
Senegal krijgen twintig tot dertig maal meer per hoofd van de bevolking. Door
het ontbreken van goed bestuur heeft hulp volgens de meeste donoren weinig
zin. De Wereldbank noemt Nigeria een schoolvoorbeeld van een land dat door
eigen toedoen aan lager wal is geraakt.
Nigeria produceert ongeveer twee miljoen vaten olie per dag.
Daarmee behoort het Opec-lid tot de vijftien grootste olieproducenten ter
wereld. In
Afrika is Nigeria olieproducent nummer één. De exploitatie van
de olievelden, die bijna allemaal in het zuidoosten van het land liggen, begon
in 1958.
De laatste jaren wordt ook steeds meer gas gewonnen. In 2000 was de productie
ruim twintig miljard kubieke meter. Het meeste gas, dat vrijkomt bij de oliewinning,
wordt echter afgefakkeld.
Joint ventures
De Nigeriaanse olie wordt gewonnen door joint-ventures van de 'Nigerian National
Oil Company' (NNPC) en buitenlandse oliemaatschappijen. De 'Shell Petroleum
Development Company' (SPDC) - waarin NNPC (55 procent), Shell (30 procent),
Elf (10 procent) en Agip (5 procent) samenwerken is de grootste joint venture.
De SPDC wint ongeveer 35 procent van de Nigeriaanse olie. Andere grote maatschappijen
in Nigeria zijn Chevron, Mobil en Texaco. De Nigeriaanse oliereserves behoren
tot de grootste ter wereld. De bewezen reserves zijn dertig miljard vaten.
De productiekosten zijn ongeveer vier dollar per vat, wat relatief hoog is.
Maar die hoge kosten worden gecompenseerd door de kwaliteit van de olie. 'Bonny
Light', zoals de beste Nigeriaanse olie heet, is vermaard om zijn lage zwavelgehalte.
De VS zijn de grootste afnemer.
Nigeria heeft vergevorderde plannen om de olieproductie te verhogen. Diverse
maatschappijen hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd. Als alles volgens
plan verloopt zal de dagelijkse productie stijgen van de huidige ongeveer
twee miljoen vaten tot vijf miljoen vaten in 2010. Daarmee zou Nigeria na
Saoedi-Arabië de tweede olieproducent ter wereld worden.
Benzinetekorten
Nigeria kampt voortdurend met benzinetekorten. Overal in het land staan dan
lange rijen auto's te wachten bij de benzinestations, totdat er eindelijk
weer een volle tankwagen arriveert. Als de wachtenden geluk hebben is die
wagen er binnen een paar uur; als ze pech hebben duurt het een paar dagen.
Eén van de oorzaken ligt bij de nationale raffinaderijen, die door
slecht management al jaren onder hun capaciteit produceren. Een andere oorzaak
is smokkel naar de buurlanden. Doordat benzine in Nigeria slechts 26 naira
per liter kost, wordt het in grote hoeveelheden illegaal naar Niger, Benin,
Kameroen en Tsjaad gebracht. Daar is de prijs tenminste twee keer zo hoog.
De Nigeriaanse overheid probeert de smokkel al jaren aan te pakken, maar zonder
veel resultaat. Verhoging van de benzineprijzen leidt consequent tot stakingen
die het hele land platleggen. De 'task force' die werd ingesteld om de smokkel
te bestrijden, raakte zelf betrokken bij de illegale handel. Om de ergste
tekorten weg te werken, laat de regering regelmatig benzine importeren.
Duizenden Nigerianen verdienen een inkomen aan de zwarte handel. In tijden
van benzineschaarste verschijnen overal langs de weg jongens met jerrycans,
die brandstof verkopen tegen woekerprijzen. Vaak bestaat het gevaar dat de
benzine is aangelengd met water. Wie de garantie wil dat de benzine goed is,
koopt brandstof uit glazen flessen. Omdat benzine niet oplost in water is
direct te zien of er geknoeid is.
Klik hier om een afbeelding van het inkomen per hoofd van de bevolking van
Nigeria te openen
Landbouw en industrie in het verdomhoekje
De landbouw, waar meer dan de helft van de Nigerianen werkt, wordt verwaarloosd
door de overheid. Voor de industrie, grotendeels gevestigd in de commerciële
hoofdstad Lagos, geldt hetzelfde. Eén van de weinige florerende bedrijfstakken
is de importhandel. Nigeria heeft een relatief grote rijke bovenlaag, die
gretig luxeproducten uit het buitenland koopt.
Afnemende voedselproductie
Bij de onafhankelijkheid produceerde Nigeria voldoende voedsel om de eigen
bevolking te voeden. Cassave, yams, maïs, gierst, sorghum en rijst waren
de belangrijkste voedingsgewassen. Nomaden in het noorden leverden volop vlees.
Maar na de vondst van olie veranderde dat snel. Door de snel groeiende deviezeninkomsten
steeg de koers van de naira, waardoor het steeds goedkoper werd om voedsel
te importeren. De inkomens van de boeren liepen daardoor terug; velen raakten
hun gewassen en vlees niet eens meer kwijt.
Investeringen in de landbouw, zoals betere zaden en machines, kwamen nauwelijks
van de grond. Het- zelfde gold voor de grootschalige irrigatieprojecten die
in de jaren zeventig gestart werden. Door de overwaardering van de naira,
die resulteerde in spotgoedkope brommers, tv's en andere luxeproducten, waren
er weinig Nigerianen die klaagden. Economen adviseerden een devaluatie, maar
daar wilden de machthebbers niets van weten. In 1980 importeerde Nigeria per
hoofd van de bevolking tien keer zoveel voedsel als in 1960.
In 1981 kwam de ommekeer. Door het instorten van de olieprijzen was er ineens
veel minder geld voor voedselimporten.
De situatie verergerde door de droogte in het noorden, die de oogsten deed
mislukken. Een runderpest, die 1,5 miljoen dieren het leven kostte, maakte
het nog erger. In diverse noordelijke deelstaten ontstond hongersnood. Nigeria
loste de problemen op door veel geld te lenen. De huidige buitenlandse schuld
stamt grotendeels uit deze periode.
Pas in 1986 besloten de Nigeriaanse leiders, op advies van onder meer het
IMF, de naira te devalueren. De markt zou voortaan de koers bepalen. In tien
jaar tijd werd de munt 48 keer minder waard ten opzichte van de dollar. Met
name onder de stadsbevolking leidde de devaluatie tot felle protesten, omdat
importen ineens vele malen duurder werden. Voor de boeren op het platteland
was het echter een gouden maatregel. De lokale voedselproductie is sinds 1985
weer enigszins toegenomen.
Exportgewassen
Door de overwaardering van de naira waren de belangrijkste exportgewassen
- palmolie, katoen, cacao, pinda's en rubber - vanaf de jaren zeventig nagenoeg
onverkoopbaar. Nu gaat het weer wat beter. De export van cacao, na olie de
belangrijkste bron van deviezen, neemt al een paar jaar toe. Maar de omvang,
ongeveer 150 duizend ton per jaar, is nog steeds maar de helft van de hoeveelheid
die Nigeria begin jaren zeventig exporteerde. Behalve het slechte overheidsbeleid
zijn ook de dalende prijzen op de wereldmarkt daarvoor verantwoordelijk.
Industrie
Naast olie bevat de Nigeriaanse bodem talloze andere rijkdommen, zoals tin,
ijzer, uranium, steenkool en marmer. Maar de mijnen waar deze producten gewonnen
worden, liggen bijna allemaal stil. Het grootste deel van de industrie draait
ronduit slecht. In 1991 was de bijdrage van de industrie aan het BNP nog 8,3
procent, tien jaar later slechts 6 procent. Dranken, sigaretten, zeep, cement,
wasmiddelen en autobanden zijn de belangrijkste lokaal geproduceerde goederen.
Een beroemd mislukt industrieel project is de staalfabriek in Ajaokuta, in
Midden-Nigeria. In de jaren zeventig werd begonnen met dit megaproject. Hoogovens
en walserijen zouden Nigeria zelfvoorzienend maken in zijn ijzerbehoefte.
De fabriek werd gebouwd in het midden van het land, met het doel deze streek
een economische impuls te geven. Dat bleek een grote fout. Door de hoge transportkosten
zou de prijs van het Ajaokuta-staal twee keer zo hoog komen te liggen als
die op de wereldmarkt. De fabriek, waarin acht miljard dollar is geïnvesteerd,
heeft nooit gedraaid.
De weinige goed functionerende industrieën zijn bijna allemaal in particuliere,
veelal deels buitenlandse handen. Door de instabiele economische en politieke
situatie zijn de risico's groot, maar daar tegenover staan grote winstmarges.
Met name Libanezen zijn opvallend talrijk in het Nigeriaanse bedrijfsleven.
Heineken bezit er een goed draaiende bierbrouwerij.
Voor buitenlandse bedrijven is Nigeria interessant door de grote bevolkingsomvang.
De meer dan 117 miljoen inwoners, net zoveel als de rest van West-Afrika bij
elkaar, vormen een enorme klantenkring. Gemeten naar het BNP is Nigeria na
Zuid-Afrika de tweede economie op het continent. En Nigeria is een potentiële
groeimarkt. Als de economie een beetje aantrekt, zijn er enorme mogelijkheden.
Werkloosheid
Officieel is het werkloosheidscijfer 28 procent, het echte percentage is misschien
wel het dubbele. De meeste werklozen zoeken hun heil in de informele economie.
In de oude hoofdstad Lagos, berucht vanwege de files, lopen verkopers met
van alles langs de stilstaande auto's: Kranten, cola, medicijnen, water, kippen,
blanco geboortecertificaten enz. Alles wordt langs de straat verkocht.
Nigerianen die in de informele economie werken verdienen vaak niet meer dan
een paar naira per dag. Maar het is hun enige keus. Een sociaal vangnet is
er niet. Wie wil overleven en geen rijk familielid heeft dat kan helpen, is
gedwongen op deze manier een inkomen bij elkaar te sprokkelen. Velen lukt
dat niet. Zij leven als halfdode geraamtes op vuilnisbelten.
Niet iedere straatverkoper is gedoemd zijn hele leven te blijven ploeteren.
Voorbeeld voor veel Nigerianen is Moshood Abiola, de voormalige presidentskandidaat
die in 1998 overleed. Abiola begon ook als straatverkoper, maar eindigde als
miljonair. De 'American Dream' kan ook in Nigeria werkelijkheid worden.
Infrastructuur
Het Nigeriaanse wegennet is betrekkelijk goed. Het is wijdmazig en in redelijke
staat. Vanuit Lagos is het zonder al te veel problemen mogelijk om in een
dag naar de stad Kano te rijden, 1200 kilometer verderop. Ook is er een behoorlijk
netwerk van binnenlandse vluchten. De spoorwegen zijn de laatste jaren langzaam
in verval geraakt. Eind jaren tachtig reden er op vaste tijden treinen tussen
Noord- en Zuid-Nigeria, inmiddels wordt het spoor nauwelijks meer gebruikt.
Alle vervoer gaat tegenwoordig over de weg.
Privatisering
Nigeria heeft vergevorderde plannen om een aantal slecht functionerende staatsbedrijven
te privatiseren. Met name aan de verkoop van het nationale elektriciteitsbedrijf
Nepa en telecommunicatiegigant Nitel wordt hard gewerkt. Beide bedrijven zijn
berucht om hun slechte service. Maar met de verkoop wil het niet echt lukken.
Diverse potentiële kopers haakten op het laatste moment af. Telefoneren
is daardoor nog steeds een ramp in Nigeria. Als het al eens lukt een verbinding
te krijgen, blijkt de persoon aan de andere kant van de lijn vaak nauwelijks
te verstaan. De lijnen zijn zo slecht dat een internetaansluiting op veel
plaatsen onmogelijk is. Bovendien is telefoneren belachelijk duur, zowel nationaal
als internationaal. Een gesprek met het buitenland kost tenminste een paar
euro per minuut.
Het nationale elektriciteitsbedrijf Nepa is nog erger. Met name de oude hoofdstad
Lagos wordt bijna dagelijks geteisterd door stroomstoringen. Soms is er zelfs
wekenlang geen stroom. En als er wel stroom is, stijgt het voltage geregeld
ver boven de 220 volt. Met als gevolg dat alle aangesloten apparaten doorbranden.
Tussen het stopcontact en elektrische apparaten moet daarom eigenlijk een
'stabilizer' worden geschakeld. Door de storingen zijn bedrijven verplicht
hun eigen elektriciteitscentrale
te bouwen en satelliet-telefoons te gebruiken. Nigerianen die het kunnen betalen
hebben een dieselaggregaat in de tuin. Aggregaten zijn een erg dure vorm van
stroomvoorziening. Als ze de hele dag draaien kost dat een gemiddeld huishouden
achthonderd euro per maand aan dieselolie. De verkoop van generatoren is een
bloeiende bedrijfstak in Nigeria.
Hoog op de corruptielijst
Nigeria figureert altijd hoog op de lijst van meest corrupte landen, die de
anti-corruptie organisatie Transparency International ieder jaar samenstelt.
De lijst, die tot stand komt door enquêtes onder zakenlieden, impliceert
dat het in Nigeria bijna onmogelijk is zaken te doen zonder smeergeld te betalen.
Met name overheidsdienaren zijn berucht. Boven op de officiële kosten,
komt altijd een extra bedrag. Bij de aanvraag van vergunningen, het inklaren
van goederen of politiecontroles, moeten zakenlieden voortdurend de portemonnee
trekken. Over de hoogte van het smeergeld valt altijd te onderhandelen. De
beste onderhandelaar is uiteindelijk het goedkoopst uit. Ook gewone burgers
hebben overigens te maken met corruptie, als ze bijvoorbeeld een geboortecertificaat
nodig hebben. President Obasanjo heeft de afgelopen jaren veel moeite gedaan
geld terug te krijgen dat door de voormalige dictator Abacha achterover werd
gedrukt. Van de naar schatting twee tot vier miljard dollar die Abacha verduisterde,
is ruim een miljard getraceerd op bankrekeningen in Zwitserland, Luxemburg,
Liechtenstein en Groot-Brittannië. Begin 2002 beloofden de banken het
geld terug te storten in de Nigeriaanse staatskas.
Critici verwijten Obasanjo dat andere oud-Nigeriaanse leiders buiten schot
blijven. Oud-president Babangida zou vele malen meer geld verduisterd hebben.
Het Amerikaanse zakenblad 'Forbes' schat zijn vermogen op 21 miljard dollar.
Maar Babangida is onschendbaar. In zijn villa bij de Nigeriaanse stad Minna
valt niemand hem lastig.
Anti-corruptiewetgeving
Het is moeilijk om de nadelige effecten van de overal aanwezige corruptie
te overdrijven. Contracten voor overheidsgebouwen gaan bijvoorbeeld niet naar
het bedrijf dat de beste service biedt, maar naar degene die het meeste smeergeld
betaalt. Vrijwel alle bedrijven die bij de bouw betrokken zijn proberen vervolgens
geld aan de uitvoerder te ontfutselen. Daar door wordt de winst steeds kleiner,
waardoor op essentiële punten wordt bezuinigd. Resultaat zijn slechte
gebouwen met instortingsgevaar.
Weinig bedrijven geven openlijk toe dat ze steekpenningen betalen. Shell zegt
dat het zelden gebeurt. Medewerkers die betrapt worden, krijgen volgens de
oliemaatschappij ontslag. Maar insiders betwijfelen of Shell de waarheid spreekt.
'Diverse oud-medewerkers beweren dat Shell wel degelijk smeergeld betaalt',
aldus het gezaghebbende Britse blad 'The Economist'.
Officieel is smeergeld strafbaar in Nigeria. Met name privé-bedrijven
en lage functionarissen moeten daardoor voorzichtig zijn. Een bedrijf dat
openlijk toegeeft steekpenningen te betalen, loopt grote kans op een bezoekje
van een opsporingsambtenaar. Alleen door opnieuw te betalen is het probleem
dan op te lossen. Veel bedrijven nemen een advocaat in de arm die namens hen
ambtenaren omkoopt. Zo blijven ze zelf buiten schot als de advocaat wordt
betrapt.
Steeds meer westerse ondernemingen krijgen ook in eigen land te maken met
anti-corruptiewetgeving. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
(Oeso) besloot in 1997 dat bedrijven die steekpenningen betalen ook strafbaar
zijn in het land waar ze gevestigd zijn. Talloze bedrijven protesteerden tegen
de maatregel. Zij benadrukken dat ze daardoor in het nadeel zijn ten opzichte
van bijvoorbeeld Chinezen en Libanezen, die in eigen land geen last hebben
van zo'n wet.
Afpersing
Een corrupte overheid biedt criminele organisaties interessante mogelijkheden.
Buitenlandse zakenlieden in Nigeria zijn regelmatig slachtoffer van Nigeriaanse
afpersers. Meestal gaat het om ondernemers die nog nooit in Afrika zijn geweest.
Door onervarenheid en hebzucht laten ze zich verleiden door de gouden bergen
die Nigeriaanse zakenpartners hen voorspiegelen. Vaak begint het drama met
een brief, fax of e-mail van een Nigeriaans bedrijf dat een lucratieve order
wil plaatsen. Als de zakenman positief reageert, wordt hij uitgenodigd voor
een bezoek aan Nigeria. Als de zakenman op het vliegveld van Lagos arriveert
staat een uitgebreide delegatie hem al bij de slurf op te wachten. In een
mum van tijd wordt hij door de douane geloodst.
Eenmaal gearriveerd in het hotel beginnen de problemen. De Nigerianen dwingen
hem tienduizenden dollars te betalen voor enkele noodzakelijke formaliteiten.
Als de zakenman weigert, volgen al snel dreigementen. Kans om ongestoord te
telefoneren krijgt hij niet, hij wordt voortdurend in de gaten gehouden. Westerse
ambassades in Nigeria kennen talloze verhalen van zakenlieden die honderdduizenden
euro's betaalden om weer terug naar huis te mogen.
Nigerianen die wel oprecht zaken willen doen, klagen over toenemend wantrouwen.
Westerse ambassades in Nigeria adviseren buitenlandse bedrijven de referenties
van hun Nigeriaanse zakenpartners altijd na te trekken. De oplichters zoeken
intussen naar andere wegen. Doordat steeds meer zakenlui op de hoogte zijn
van de Nigeriaanse praktijken, doen ze tegenwoordig alsof ze uit andere Afrikaanse
landen komen.
Groeiende drugshandel
Nigeriaanse misdaadorganisaties spelen een groeiende rol in de internationale
drugshandel. Volgens het 'United Nations Drug Control Program' (UNDCP) transporteren
ze met name cocaïne en heroïne. Vanuit Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika
brengen ze de drugs naar Europa en Amerika. Nigeria of andere Afrikaanse landen
fungeren als doorvoerland. De meeste drugs worden getransporteerd door zogenoemde
bolletjes-slikkers.
UNDCP verwijt Nigeria nauwelijks serieuze maatregelen te nemen om een einde
te maken aan de smokkel. De anti-drugseenheid van de Nigeriaanse overheid
is vermaard vanwege het klungelige optreden. De wijdverbreide corruptie zorgt
ervoor dat betrapte drugscriminelen in ruil voor geld meestal snel weer hun
vrijheid terughebben. Er zijn sterke aanwijzingen dat diverse hooggeplaatste
Nigerianen bij de smokkel zijn betrokken.
De drugshandel is waarschijnlijk de meest florerende bedrijfstak in Nigeria.
De precieze inkomsten zijn onduidelijk, maar experts schatten dat het bedrag
aanzienlijk hoger is dan het officiële BNP van 41 miljard dollar (2000).
Net als veel andere transacties komen de drugsinkomsten niet terecht in de
boeken. Het gemiddelde jaarinkomen van de Nigerianen is daarom stukken hoger
dan de officiële cijfers suggereren.
Onderwijs
Onderwijs bergafwaarts
In de jaren zestig behoorden de Nigeriaanse universiteiten tot de beste van
het continent. Met name de universiteit van Ibadan publiceerde veelgeprezen
studies. Ook het basisonderwijs was van relatief hoog niveau. Maar de laatste
twintig jaar is het snel bergafwaarts gegaan. De economische crisis resulteerde
in lage salarissen, waardoor veel academici en leraren op zoek gingen naar
andere inkomstenbronnen.
Basisonderwijs
70 procent van de kinderen tussen de zes en twaalf jaar volgt basisonderwijs,
dat op overheidsscholen gratis is. Het analfabetisme nam de afgelopen jaren
geleidelijk af. Bij Nigerianen die ouder zijn dan vijftien is het percentage
analfabeten bijna 28 procent. Voor vrouwen geldt een hoger cijfer:
44 procent. Ook zijn er regionale verschillen. In het zuiden gaan verhoudingsgewijs
meer kinderen naar school dan in het noorden.
De kwaliteit van het basisonderwijs is slecht. Nog steeds verlaten veel kinderen
school zonder dat ze kunnen lezen en schrijven. Scholen gebruiken vaak verouderde
lesboeken. Klassen met meer dan zestig leerlingen zijn geen uitzondering.
Door de slechte onderwijskwaliteit worden in Nigeria steeds meer dure privé-scholen
opgericht.
De motivatie van Nigeriaanse kinderen om naar school te gaan is de afgelopen
jaren afgenomen. Vaak zien ze het nut er niet van in. Ook met een goede opleiding
is het in Nigeria moeilijk een baan te vinden. Veel kinderen verlaten de school
om een vak te leren. Ze gaan dan bijvoorbeeld in de leer bij een elektriciën
of automonteur.
Universiteiten
Nigeria telt 31 universiteiten, waaraan ongeveer 400 duizend Nigerianen studeren.
Sinds het herstel van de democratie lijkt de academische wereld weer wat op
te leven. De salarissen van de docenten zijn verhoogd. Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden,
zoals telefoon- en internetaansluitingen, zijn verbeterd.
'De militaire dictators hadden geen respect voor kennis', zegt de historicus
Hakeem Harunah van de Universiteit van Lagos. 'Zij zagen intellectuelen alleen
maar als een potentiële bron van verzet. Een land dat zijn academici
niet serieus neemt, zakt steeds verder weg in ellende. President Obasanjo
komt lof toe dat hij die situatie probeert te veranderen'.
Nigeria heeft diverse initiatieven ontplooid voor uitwisselingsprogramma's
met buitenlandse onderwijsinstellingen. Met name de Amerikanen zijn actief
op dit terrein. De Rockefeller Stichting heeft bijvoorbeeld een partnership
met vier Nigeriaanse universiteiten.
Gezondheidszorg
Broeinest van dodelijke ziektes
Zoals zoveel Afrikaanse landen is Nigeria een broeinest van besmettelijke
dodelijke ziektes. Malaria is doodsoorzaak nummer één, met honderdduizenden
slachtoffers per jaar. Andere veelvoorkomende doodsoorzaken zijn aids en diarree.
Het noorden van Nigeria wordt bijna jaarlijks getroffen door meningitis-epidemieën,
die telkens opnieuw honderden slachtoffers eisen. Ruim 15 procent van de Nigeriaanse
kinderen sterft voordat ze vijf jaar oud zijn. Zelfs voor Afrika is dat een
hoog percentage. De darmen van de gemiddelde Nigeriaan zitten vol met gevaarlijke
parasieten. Ongeveer de helft van de Nigeriaanse bevolking heeft geen toegang
tot veilig drinkwater. Geld aanraken is gevaarlijk. Uit onderzoek van de Universiteit
van Lagos bleek dat 86 procent van de bankbiljetten is besmet met bacteriën
die diarree veroorzaken.
De regering zegt hard bezig te zijn met het verbeteren van de gezondheidszorg,
maar heeft tot nu toe weinig succes geboekt. In 1991 was er op elke vierduizend
Nigerianen een dokter, in 2000 moest een dokter vijfhonderd mensen meer verzorgen.
De weinige ziekenhuizen hebben gebrek aan apparatuur en deskundig personeel.
Vaccinatiecampagnes, die in de jaren tachtig systematisch werden uitgevoerd,
zijn er nauwelijks nog. Talloze privé-klinieken en niet-gouvernementele
organisaties (NGO's) proberen de gezondheidszorg enigszins op orde te brengen.
Aids slaat toe
Meer dan 5 procent van de Nigerianen is besmet met het aids-virus. Dit cijfer
is minder hoog dan in zuidelijk Afrika, waar in sommige landen 20 procent
van de bevolking is besmet.
Maar door de Nigeriaanse bevolkingsomvang is het aantal ziektegevallen in
absolute cijfers enorm. De komende tien jaar zullen naar verwachting vijf
miljoen Nigerianen overlijden aan aids.
Na de ziekte jarenlang genegeerd te hebben, maakt de Nigeriaanse regering
nu eindelijk werk van aids-bestrijding. In december 2001 besloot de overheid
aids-remmende medicijnen te subsidiëren. Publiciteitscampagnes moeten
seksuele gewoontes veranderen. Net als in veel andere Afrikaanse landen bestaat
onder Nigerianen het wijdverbreide geloof dat het allemaal wel mee valt met
het gevaar. Aids manifesteert zich immers in verschillende gedaantes. Vaak
is helemaal niet duidelijk dat aids de doodsoorzaak was. Autopsie vindt bijna
nooit plaats.
Overal in Nigeria zijn kwakzalvers die beweren dat ze aids kunnen genezen.
Eén van de bekendsten is dokter Joseph Abalaka. In november 1999 kondigde
hij op een persconferentie in de hoofdstad Abuja aan dat hij een medicijn
tegen aids had ontwikkeld. Het medicijn bestond uit bloed van aids-patiënten
gemengd met kruiden uit het oerwoud. Om de werking van het medicijn te bewijzen,
bood Abalaka aan zichzelf met bloed van een aidspatiënt te injecteren.
Na de persconferentie barstte in Nigeria een storm van kritiek los. Wetenschappers
noemden Abalaka een kwakzalver, alleen maar uit op geld. Desondanks waren
opvallend veel Nigerianen er heilig van overtuigd dat het medicijn werkte.
Zij benadrukten dat kruiden uit het Nigeriaanse oerwoud waarschijnlijk nog
veel meer ziektes kunnen genezen die volgens Europeanen en Amerikanen ongeneeslijk
zijn.
De Nigeriaanse autoriteiten lieten het medicijn testen. Bij een aantal patiënten
bleek de werking van het virus inderdaad minder sterk te worden. Maar geheel
verdreven werd het niet. De claim van Abalaka dat hij aids kon genezen was
dus vals. De lange rijen patiënten die aanvankelijk voor zijn kliniek
stonden, zijn verdwenen.
Leprabestrijding heeft prioriteit
De Nederlandse Leprastichting is van oudsher zeer actief in Nigeria. Het staat
al jarenlang in de top 10 van landen waar de ziekte het meest voorkomt. Vooral
in Noord-Nigeria is lepra wijdverbreid. De Nederlandse stichting financiert
medicijnen, transportmiddelen en training van lokaal medisch personeel. Diverse
Nederlandse artsen zijn ter plekke.
De Leprastichting besteedt in Nigeria ruim een miljoen euro per jaar. Het
geld is grotendeels afkomstig van particuliere donaties. Daarnaast is de Leprastichting
één van de vele goede doelen die geld ontvangen uit de opbrengst
van de Nationale Postcode Loterij. Behalve met lepra houdt de stichting zich
overigens ook bezig met bestrijding van tuberculose.
Regelmatig zijn er problemen met de Nigeriaanse overheid. De Leprastichting
klaagt dat een aanzienlijk deel van de lokale coördinatoren, die door
de overheid zijn aangesteld, weinig inzet toont, al zijn er natuurlijk uitzonderingen.
De bereikbaarheid van de coördinatoren is ronduit slecht. Daardoor kost
het vaak jaren voordat nieuwe lepraprogramma's van start kunnen gaan.
Religie
Een oververhitte hogedrukpan
'Nigeria is een hogedrukpan die op ontploffen staat', schrijft de Amerikaanse
journalist Karl Maier in zijn veelgeprezen boek 'This house has fallen: Nigeria
in crisis'. Sinds de invoering van democratie zijn overal in het land de etnische
vetes toegenomen. Zelfs binnen etnische groepen is er toenemende onenigheid.
Elk jaar vallen er duizenden doden.
Ook conflicten tussen moslims en christenen ontaarden regelmatig in bloedvergieten.
Bij beide religies zijn fundamentalisten in opmars. De moslim-deelstaten in
het noorden hebben de afgelopen jaren allemaal de islamitische sharia-wetgeving
ingevoerd. Amerikaanse televisie-dominees hebben veel aanhang onder christenen
in het zuiden.
De vraag is of Nigeria de komende jaren inderdaad zal ontploffen. Totale anarchie
heerst er zeker niet in Nigeria. Maar volgens sommigen is het wel hard op
weg naar die situatie. Om zich te beschermen tegen het toegenomen geweld creëren
politici, bedrijven en rijke individuen steeds vaker privé- milities.
Een positief punt is de levendige 'civil society', die een impuls kreeg met
de democratische opening in de jaren negentig.
Toenemend etnisch en religieus geweld
Talloze Nigeriaanse politici gebruiken etnische en religieuze gevoelens om
aanhang te mobiliseren. Voor veel Nigerianen geldt dat iemand van de eigen
etnische of religieuze groep per definitie goed is en iemand van een andere
groep per definitie slecht. Alleen als het nationale voetbalelftal wint, is
Nigeria een eenheid. Dan juicht iedereen, hand in hand.
Etnische
conflicten
Met meer dan 250 etnische groepen, die allemaal een eigen taal spreken, is
Nigeria één van de meest multiculturele samenlevingen ter wereld.
De drie grootste etnische groepen - Hausa / Fulani, Igbo en Yoruba - domineren
het maatschappelijke en politieke landschap. Gezamenlijk vormen zij meer dan
de helft van de bevolking.
Leden van verschillende etnische groepen hebben doorgaans weinig contact met
elkaar. In de grote steden wonen ze in aparte wijken. Vaak kunnen leden van
verschillende etnische groepen elkaar niet eens verstaan. Een groot deel van
de Nigerianen spreekt alleen de taal van de eigen etnische groep. Vooral in
het noorden beheersen velen geen Engels; sinds de onafhankelijkheid de nationale
taal.
Overal in Nigeria woeden etnische onlusten. In Midden-Nigeria voeren Jukun
en Tiv een verbeten strijd om land. In de delta van de Niger-rivier vechten
volken als Ijaw en Ogoni tegen elkaar. In de oude hoofdstad Lagos zijn er
regelmatig gewelddadige confrontaties tussen Hausa en Igbo en Hausa en Yoruba.
President Obasanjo bagatelliseert de ernst van de conflicten. 'Dit soort botsingen
zijn er in Nigeria altijd geweest en ze zullen er altijd zijn', zei hij in
NRC Handelsblad. Obasanjo beweert dat geweld onvermijdelijk is in een dichtbevolkt
en arm land als Nigeria. Als de economie aantrekt zal dat volgens hem vanzelf
veranderen.
Op een aantal plaatsen proberen de centrale overheid en delen uit de 'civil
society' de verschillende groepen met elkaar in contact te brengen, om zo
de conflicten op een niet-gewelddadige wijze op te lossen. Maar over het algemeen
hebben Nigerianen grote kritiek op de manier waarop de overheid etnische geschillen
probeert op te lossen. Oud-president Shehu Shagari verwijt Obasanjo dat hij
te weinig de dialoog aangaat. Toen in oktober 2001 hevige gevechten uitbraken
tussen Jukun en Tiv in de buurt van de stad Wukari, gebruikten regeringssoldaten
buitensporig veel geweld. Ze staken talloze dorpen in brand, honderden burgers
werden vermoord.
Moslims en christenen
De helft van de Nigerianen is moslim, de andere helft christen. Aanhangers
van traditionele religies zijn er nauwelijks meer, hoewel animistische elementen
vaak in de nieuwe religie geïntegreerd zijn. Nigeriaanse moslims wonen
in meerderheid in het noorden, christenen bevolken het zuiden. Aanzienlijke
minderheden van beide groepen wonen in elkaars leefgebieden.
De islam heeft in het noorden veel etnische spanningen kunnen wegnemen. De
meeste noorderlingen zijn in de eerste plaats moslim, en dan pas Hausa of
Kanuri. Het christendom, dat pas veel korter aanwezig is in Nigeria, heeft
die functie veel minder kunnen vervullen. Vandaar dat het noorden als blok
veel sterker is dan het zuiden.
Zowel moslims als christenen zijn onder te verdelen in talloze stromingen.
Het grootste deel van de Nigeriaanse moslims is soennitisch (samen met het
sji'isme één van de twee hoofdstromingen binnen de islam). Veel
moslims zijn daarnaast lid van soefi-broederschappen, zoals de Tijaniyya en
de Qadiriyya, waar trance-rituelen vaak een prominente rol spelen. De katholieke
kerk is de grootste christelijke stroming. Andere invloedrijke kerken zijn
anglicanen, presbyterianen, methodisten, Jehovah's getuigen en zevendedags-adventisten.
Atheïsme is zeldzaam in Nigeria. Een buitenlander die zegt niet in God
te geloven, stuit op onbegrip. Nigerianen begrijpen niet dat veel Europeanen
tegenwoordig niet meer naar de kerk gaan. Dat is volgens hen het werk van
de duivel, die zowel onder Nigeriaanse moslims als christenen een opvallend
prominente rol speelt.
Traditionele religie
'Er worden hier dagelijks kippen geofferd', zegt dominee Thomas Mbanugo van
de Anglicaanse Kerk in Onitsha. 'Op zondagen zit de kerk vol, maar de manier
waarop mensen hun geloof belijden is niet zuiver. Veel Nigerianen hebben thuis
een altaar waarop het hoofd van de familie heidense rituelen uitvoert'. Bijna
alle Nigerianen zijn moslim of christen. Maar talloze elementen uit de traditionele
(animistische) religie hebben ze in hun nieuwe religie geïntegreerd.
Geestenverering en hekserij staan centraal in de traditionele religie. De
geestelijke leiders heten sjamanen. Tovenaar of medicijmnan worden ze ook
wel genoemd. Zowel in Noord- als Zuid-Nigeria is nagenoeg de hele bevolking
ervan overtuigd dat geesten bestaan. Geesten veroorzaken voor- en tegenspoed.
In Zuidoost-Nigeria heeft bijna iedere man een altaar met houten poppen die
symbool staan voor de geesten. Om de geesten tevreden te houden, worden kippen
geofferd. 'Geesten hebben kippenbloed nodig om van te leven', zegt dominee
Mbanugo. Door een kip te slachten en het bloed uit te gieten over het altaar
hopen Nigerianen dat ze worden geholpen. Mbanugo vertelt dat hij tegen geestenverering
is, maar dat het geen reden is om mensen uit de kerk te zetten. 'Ik probeer
ze door praten op andere gedachten te brengen', zegt hij.
'Helaas wil bijna niemand luisteren'. Tot ongeveer honderd jaar geleden offerden
Nigerianen ook wel eens mensen aan de geesten. In 1873, bij de dood van de
koning van Onitsha, gingen zeven slaven als offer mee het graf in. Als dat
niet zou gebeuren, zo verkondigde de bevolking tegen een Britse missionaris,
werden de geesten kwaad. Dan zouden er grote rampen gebeuren in Onitsha.
Godsdienstrellen
De relaties tussen moslims en christenen zijn slecht in Nigeria. De afgelopen
tien jaar waren er regelmatig bloedige rellen. Soms waren moslims de aanstichters,
andere keren christenen. In 1991 braken bijvoorbeeld rellen uit in de stad
Bauchi, omdat christelijke inwoners varkens wilden slachten in een islamitische
slachterij. Bij de onlusten vielen meer dan driehonderd doden.
In december 1994 waren moslims de aanstichters. In de noordelijke stad Kano
werd een christen onthoofd door een woedende menigte. Zijn vrouw zou volgens
de geruchten de billen van hun kind hebben afgeveegd met een pagina uit de
koran. Bij de gevechten die uitbraken tussen aanhangers van de twee godsdiensten
vielen tientallen doden.
De religieuze spanningen worden aangewakkerd vanuit het buitenland. Talloze
door Iran en Saoedi-Arabië gesteunde islamitische organisaties, zoals
de Ja'amutu Tajidmul Islami van Ibrahim Zakzaky, doen sociaal werk in Nigeria.
Tegelijkertijd verspreiden ze een fundamentalistische interpretatie van de
islam.
Fundamentalistische christenen uit Europa en de Verenigde Staten doen hetzelfde.
Eén van de fanatiekste zendingsorganisaties is 'Christ For All Nations'
(CFAN). Reinhard Bonnke, de leider van deze in Duitsland gevestigde club,
roept voortdurend dat het christendom beter is dan de islam. Hij toert regelmatig
door Nigeria om moslims te bekeren.
Sharia-wetgeving
Aan het eind van 1999 verhardden de relaties tussen moslims en christenen,
toen de noordelijke deelstaat Zamfara de sharia (islamitische wet) invoerde.
Deelstaten hadden al het recht om sharia toe te passen voor familiezaken zoals
huwelijk, scheiding en overspel. Maar veel moslims vonden dat niet genoeg.
Zij wilden dat de sharia voor alles ging gelden.
In de jaren daarna voerden ook de elf andere noordelijke deelstaten de sharia
in. Vrouwen zijn nu verplicht hoofddoeken te dragen; diefstal wordt bestraft
met amputatie; alcohol is verboden. Hoewel diverse amputaties en lijfstraffen
zijn uitgevoerd, wordt de islamitische wet niet al te streng toegepast (al
verschilt dat per deelstaat). Bier is in de meeste noordelijke deelstaten
nog gewoon te koop; lang niet alle vrouwen dragen een hoofddoek.
De meeste moslims zijn positief over de sharia. 'De sharia is een goddelijke
plicht', zegt de Nigeriaanse computertechnicus Umar Abba. 'Een moslim die
tegen de sharia is, is geen goede moslim'. Islamitische leiders beweren dat
de seculiere grondwet van Nigeria de christenen voortrekt (de grondwet werd
immers grotendeels vormgegeven door de Britse koloniale overheid). Of de sharia-rechtbanken
ongrondwettelijk zijn, is niet duidelijk. Waarschijnlijk niet, maar geen enkele
rechter heeft, door de gevoeligheid van de kwestie, hierover een uitspraak
durven te doen.
Christenen zijn fel gekant tegen de sharia. Islamitische leiders in Noord-Nigeria
hebben beloofd dat de goddelijke wet niet voor christenen zal gelden. Maar
de 'Christian Association of Nigeria' (CAN), de organisatie waarin alle christelijke
stromingen zijn verenigd, noemt dat goedkope propaganda. De CAN benadrukt
dat de sharia op sommige punten wel degelijk ook voor christenen geldt. Diverse
christelijke vrouwen die bij een man, (die niet hun echtgenoot was), achter
op de brommer zaten, werden met geweld van het rijwiel afgesleurd.
In februari 2000 gingen anti-sharia demonstranten de straat op in de noordelijke
stad Kaduna. De manifestatie liep uit de hand toen christenen winkels van
moslims begonnen te plunderen. Drie dagen lang heerste in Kaduna anarchie.
Volgens onafhankelijke bronnen kwamen tenminste duizend mensen om het leven.
Daarna volgden verspreid over het hele land bijna maandelijks nieuwe godsdienstrellen.
President Obasanjo, zelf een christen, steunt de noordelijke gouverneurs.
Hij benadrukt dat de federale structuur van Nigeria deelstaten vergaande autonomie
geeft. Als de meerderheid van de bevolking de sharia steunt, hebben gouverneurs
volgens hem het recht die in te voeren. Alleen als de islamitische wet ontaardt
in onmenselijke straffen of oneerlijke processen, zal de centrale regering
ingrijpen.
Osama bin Laden
Osama bin Laden groeide na de aanslagen in de VS van 11 september 2001 uit
tot een held voor veel moslims in Nigeria. Overal in Nigeria waren shirts
en posters met zijn beeltenis te koop. Ook afbeeldingen van de brandende Twin
Towers waren populair.Talloze taxi's waren volgeplakt met Bin Laden -stickers.
Osama werd plotseling één van de populairste jongensnamen.
De populariteit van de Saoedische terrorist heeft onder meer te maken met
de felle westerse protesten tegen de invoering van de sharia. 'Europa en Amerika
voeren een kruistocht tegen de islam', zegt winkeleigenaar Abdelkrim bin Kanta.
'Als er in Afrika ergens oorlog is krijgen moslims altijd de schuld. Amerikanen
en Europeanen kiezen per definitie partij voor de christenen'. De lokale autoriteiten
deden geen moeite het Bin Laden- promotiemateriaal te weren. Ze hebben andere
prioriteiten.
Cultuur
Chaotische samenleving bron van inspiratie
De chaotische Nigeriaanse samenleving is een bron van inspiratie voor schrijvers
en muzikanten. Diverse kunstenaars boekten grote internationale successen.
Eén van de beroemdste muzikanten was Fela Kuti, die in 1997 overleed
aan aids. Zoon Femi is met succes in zijn muzikale voetsporen getreden.
Typerend voor het werk van Nigeriaanse kunstenaars is de spanning tussen Afrikaanse
en westerse tradities. In hoeverre kunnen Nigerianen westerse verworvenheden
overnemen, zonder zichzelf te verloochenen? Veel kunstenaars ijveren voor
het herstel van Afrikaanse gewoontes en gebruiken. Zij bespotten bijvoorbeeld
Nigerianen die hun huid bleken en hun haar ontkroezen, zodat ze meer op blanken
lijken.
Een ander terugkerend thema is kritiek op de leiders. Opvallend veel kunstenaars
zijn politiek actief, zoals de Nobelprijswinnaar Wole Soyinka die vanwege
zijn felle uitspraken meerdere malen gevangen zat. Ook Okwui Enwezor, samensteller
van de kunsttentoonstelling Documenta 2002 in Kassel, besteedt veel aandacht
aan politiek. Volgens deze Nigeriaan hebben kunstenaars bijvoorbeeld de plicht
zich bezig te houden met de maatschappelijke effecten van globalisering.
Muzikale smeltkroes
De Nigeriaanse muziek is een smeltkroes van stijlen. In het koloniale tijdperk
maakten Nigerianen kennis met koperen blaasinstrumenten, die Britse militaire
orkesten gebruikten. Later volgde de introductie van elektrische gitaren en
orgels. Samen met trommels, die traditioneel centraal staan in de Nigeriaanse
muziek, ontstonden muziekstijlen die internationaal steeds meer aandacht trekken.
Littekenversieringen
Scarification - huidversiering met littekens - is een populair gebruik in
Afrika. Ook in Nigeria komt het veel voor. Iedere groep heeft zijn eigen patronen.
Sommige stammen laten het bij wat inkervingen op de slapen, bij andere stammen
kent de creativiteit geen grenzen. Sommige bevolkingsgroepen bedekken het
hele lichaam, inclusief het gezicht, met stippen en strepen. De patronen worden
gemaakt met een glasscherf of een mes, afhankelijk van wat er voorhanden is.
De huidkerver maakt nauwkeurig wonden. Belangrijk is dat de wonden op alle
plaatsen even diep zijn, zodat het litteken mooi strak wordt. Helaas ontstaan
er vaak ontstekingen, die het eindresultaat verpesten.
De Hausa in Noord-Nigeria behoren tot de bevolkingsgroepen met de meest uitbundige
littekenpatronen. Bij elke leeftijdsperiode horen nieuwe littekenversieringen.
Een jongen die geslachtsrijp wordt, krijgt bijvoorbeeld een rijtje stippen
op zijn buik. Als hij trouwt en kinderen krijgt, komen er andere patronen
bij. Aan de hand van de littekens kunnen kenners bijna het hele levensverhaal
aflezen.
De populariteit van littekenversieringen lijkt in Nigeria langzaam af te nemen.
Op het platteland gebeurt het nog steeds, maar in de grote steden vinden mensen
het een primitief gebruik. Nigerianen met littekenpatronen op hun gezicht
worden geregeld uitgelachen. Volgens stedelingen zijn zij onbeschaafde boeren
die nog in de Middeleeuwen leven.
Tegelijkertijd neemt in Europa en Amerika de belangstelling voor scarification
toe. Westerlingen met tatoeages en piercings zijn op zoek naar iets nieuws.
De interesse voor scarification leidt echter niet tot dezelfde uitbundige
taferelen als in Nigeria. De meeste westerse lief hebbers nemen een littekenversiering
op de bovenarm. Hun gezicht laten ze liever intact.
Natuur
Yankari natuurreservaat
HetYankari natuurreservaat in Midden-Nigeria is één van de mooiste
wildparken van West-Afrika. Nigeria kan niet tippen aan de dierenrijkdom in
Oost-Afrika, maarYankari is een bezoek meer dan waard. In het park, dat ten
zuidoosten van de stad Bauchi ligt, leven onder meer olifanten, nijlpaarden,
leeuwen, krokodillen, antilopen en apen.
Helaas is het vaak moeilijk om de dieren in het park te vinden. De parkleiding
organiseert trips in open vrachtwagens, maar door de dichte begroeiing zijn
de dieren snel weer uit het zicht. Nijlpaarden zijn de enige beesten die redelijk
eenvoudig te vinden zijn. Zij liggen bijna altijd op dezelfde plek in het
water.
Midden in het natuurreservaat zijn bungalows, waar bezoekers kunnen overnachten.
De bungalows zijn prachtig gelegen op één van de hoogste punten
in het park. Bij helder weer is het uitzicht kilometers ver. Vlak bij de bungalows
is een warmwaterbron, waar de gasten kunnen zwemmen. Zwemmers krijgen het
advies hun spullen niet aan de waterkant te laten liggen; apen gaan er dan
vrijwel zeker mee vandoor.
Milieu
Milieuproblemen in de delta
Nigeria ontleent zijn naam aan de rivier de Niger, die van noord naar zuid
door het land stroomt. De Niger, ook wel de Nijl van West-Afrika genoemd,
is meer dan vierduizend kilometer lang. De rivier ontspringt in het grensgebied
tussen Guinee en Sierra Leone, om daarna koers te zetten naar de
Sahara. In Mali buigt de Niger af naar het zuiden.
De delta van de Niger, waar bijna alle Nigeriaanse olie wordt gewonnen, kampt
met ernstige milieuproblemen. Lekkende olie-installaties hebben grote schade
veroorzaakt. Lokale en internationale milieuorganisaties beschuldigen de oliemaatschappijen
van grove nalatigheid.
Maar veel Nigerianen springen zelf ook niet echt zuinig om met het milieu.
Afgewerkte olie uit auto's en ander chemisch afval wordt vaak gewoon in het
riool gegooid. Volgens sommigen is de milieucrisis in de Niger-delta eerder
het gevolg van industriële lozingen dan van de activiteiten van oliemaatschappijen.
Grondig onderzoek om de werkelijke oorzaak te achterhalen is niet verricht.
Weinig aandacht voor dreigende milieuramp
Het ecologisch systeem in de delta van de rivier de Niger staat onder grote
druk. Iedereen is het erover eens dat daar één van de grootste
milieurampen van Afrika dreigt. De hoeveelheid vis neemt zienderogen af; boeren
klagen dat hun gewassen niet meer willen groeien. De regen wordt steeds zuurder.
Over de oorzaken van de milieuramp is men minder eensgezind. De lokale bevolking
en diverse westerse milieuorganisaties geven de oliemaatschappijen de schuld.
De natuur is volgens hen niet bestand tegen de vele olielekkages. Het affakkelen
van gas, dat vrijkomt bij de oliewinning, zou de belangrijkste oorzaak zijn
van de zure regen.
De Wereldbank publiceerde in 1995 een rapport met een andere strekking. Onderzoeker
David Moffat kwam tot de conclusie dat er inderdaad een ecologische ramp dreigt
in de Niger-delta, maar benadrukte dat de schadelijke effecten van de oliewinning
sterk werden overdreven. Erosie, overbevolking en lozingen van chemisch afval
in de havenstad Port Harcourt vormden volgens het rapport een veel grotere
bedreiging.
Moffat schreef dat oliemaatschappijen door achterstallig onderhoud onnodig
veel olie lieten weglekken. Ook constateerde hij dat daardoor regelmatig vissen
en planten dood gaan. Maar de afname van de visstand had volgens hem weinig
te maken met de oliewinning. Overbevissing was in zijn ogen de hoofdoorzaak.
Voor grootschalige olievervuiling van landbouwgrond vond Moffat geen enkele
aanwijzing.
Het Wereldbankrapport kreeg grote kritiek van milieuorganisaties en de bevolking
in de Niger-delta. Zij beweerden dat Moffats onderzoek veel te oppervlakkig
was. Van diverse kanten is daarom gevraagd om een nieuw, uitgebreider onderzoek.
Maar tot op heden is daartoe geen serieuze aanzet gegeven. Wel zijn er initiatieven
ontplooid om te komen tot een betere dialoog tussen oliemaatschappijen, de
regering en particuliere organisaties. De Nigeriaanse overheid richtte de
'Niger Delta Development Commission' (NDDC) op. Midden 2002 kondigde de overheid
ook nieuwe, strengere milieuwetgeving aan. Opgemerkt werd dat het milieugedrag
van de oliebedrijven in Nigeria niet voldoet aan de internationale normen.
Als voorbeeld werd genoemd dat er zo'n 35 duizend ton olie-afval ligt opgeslagen
op diverse plekken in de Niger-delta, die de bedrijven heimelijk zouden willen
dumpen.
Luchtvervuiling
Grote Nigeriaanse steden - zoals Lagos, Kano en Onitsha - hebben last van
ernstige luchtvervuiling. Uitlaatgassen van auto's zijn de belangrijkste oorzaak.
Op diverse plaatsen is de concentratie lood in de lucht veel hoger dan is
toegestaan volgens internationale normen. Lood kan hersenbeschadiging veroorzaken.
Ook de concentraties stikstofoxiden, vluchtige organische stoffen en koolmonoxide
zijn angstig hoog.
Om de luchtvervuiling aan te pakken circuleren diverse plannen. Eén
van de ideeën is een importverbod voor oude tweedehands auto's uit Europa.
De achterliggende gedachte is dat oude auto's meer schadelijke uitlaatgassen
uitstoten dan nieuwe auto's. Ghana heeft al een dergelijke regeling. Daar
bestaat een importverbod voor auto's ouder dan tien jaar.
Volgens Inzet, een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie, heeft het instellen
van een ouderdomslimiet weinig zin. Onderzoek wijst uit dat de uitstoot van
schadelijke gassen vooral het gevolg is van slechte afstelling van de motor.
De meeste Nigeriaanse monteurs hebben nu eenmaal geen goede apparatuur. Een
nieuwe auto met een slecht afgestelde motor produceert doorgaans meer vervuiling
dan een oude auto met een goed afgestelde motor.
In Europa hebben alle benzineauto's een katalysator, die de uitlaatgassen
filtert. Een auto met katalysator stoot onder testcondities slechts 20 procent
uit van de luchtvervuiling die een auto zonder katalysator produceert. Door
de introductie van deze apparaten is de auto in Europa niet langer luchtvervuiler
nummer één. Maar katalysators hebben hetzelfde probleem als
motoren; om ze af te stellen is dure elektronische apparatuur nodig.
Een betrekkelijk eenvoudige maatregel om de luchtvervuiling aan te pakken
is een verbod op loodhoudende benzine. Maar dat gebeurt niet. Bijna alle benzine
die in Nigeria te koop is, bevat dit metaal. Lood wordt aan benzine toegevoegd
om de motor te smeren. Maar lood is helemaal niet noodzakelijk. Er zijn genoeg
vervangende producten op de markt die veel minder schadelijk zijn.
Tegengaan van luchtvervuiling is voor de Nigeriaanse overheid geen issue.
Ook onder de bevolking leeft het nauwelijks. In de steden klagen mensen over
prikkende ogen en ademhalingsproblemen, maar tegelijkertijd brengen ze hun
auto wel naar een goedkope monteur zonder de juiste apparatuur. De enkele
garage met apparatuur om motoren goed af te stellen, is volgens de meeste
Nigerianen te duur.
Klimaat
Landschap en klimaat
Zuid-Nigeria is grotendeels vlak, soms heuvelachtig en bedekt met tropisch
regenwoud. De kuststrook bestaat uit lagunes en mangrovewouden. Op sommige
plaatsen valt meer dan vier meter regen per jaar (ter vergelijking: in Nederland
en België valt nog geen meter per jaar). De luchtvochtigheid is extreem
hoog, tussen de 90 en 100 procent.
Richting het noorden neemt de neerslag geleidelijk af. In het uiterste noordoosten
van Nigeria heerst een steppeklimaat, met minder dan 50 centimeter neerslag
per jaar. Het landschap wordt bepaald door inselbergen. Deze bestaan uit zeer
harde gesteentes, die als enige bestand waren tegen duizenden jaren erosie.
Op talloze plaatsen, zoals bij de hoofdstad Abuja, steken ze kaarsrecht uit
de aarde omhoog.
In Centraal-Nigeria ligt op meer dan 1200 meter hoogte het Jos-plateau. Door
de hoge ligging is het klimaat er stukken aangenamer dan in de rest van Nigeria,
waar temperaturen van veertig graden geen uitzondering zijn. Tijdens de koloniale
bezetting was Jos een geliefde woonplaats voor de Britten. De hoogste berg
van Nigeria, Mount Gotel (2418 meter), ligt op de grens met Kameroen.
Houtkap
Het Nigeriaanse tropisch regenwoud neemt elk jaar met ongeveer 120 duizend
hectare af. Belangrijkste oorzaak is houtkap. Voor ongeveer tweederde van
de Nigerianen is hout één van de eerste levensbehoeften. Ze
gebruiken het om hun eten te koken. Andere brandstoffen zijn te kostbaar.
Een ander gedeelte van het gekapte hout is bestemd voor de export. De Nigeriaanse
overheid doet nauwelijks iets om de houtkap tegen te gaan.
Met name op arme bodems is houtkap desastreus. De weelderigheid van tropische
regenwouden suggereert een vruchtbare bodem, maar de werkelijkheid is vaak
anders. Als het woud volledig gekapt wordt, begint al snel een proces van
uitloging waardoor de vruchtbaarheid terugloopt en rode laterietbodems ontstaan.
Alleen intensieve bemesting kan dat voorkomen.
Houtkap heeft niet overal in Nigeria desastreuze effecten. De oevers van rivieren
overstromen zo vaak, dat uitloging geen kans krijgt. Daar zullen meestal snel
weer nieuwe bomen uit de grond schieten. Ook de vulkanische gebieden op de
grens met Kameroen zijn minder gevoelig voor erosie.
Verwoestijning
Het noorden van Nigeria heeft te kampen met verwoestijning. De Sahara schuift
elk jaar ongeveer anderhalve kilometer op naar het zuiden. Op veel plaatsen
probeert de bevolking de woestijn tegen te houden door bomen te planten. Deze
projecten worden vaak opgestart door NGO's. Sommige wetenschappers beweren
dat intensieve houtkap de oorzaak is van verwoestijning. Anderen noemen het
veranderende klimaat als belangrijkste verklaring.
Beste reistijd
De klimatologische verschillen zijn groot. Het noorden van Nigeria heeft een
savanneklimaat: heet en droog met temperaturen tot boven de veertig graden.
De regenperiode loopt hier van mei tot september; eens in de paar dagen valt
er dan een bui. In de winter waait vanuit de Sahara de stoffige harmattan-wind.
In het zuiden is het klimaat het hele jaar vochtig. De meeste regen valt in
de maanden april tot juli en in september en oktober. De winter is de beste
reistijd, omdat het dan relatief koel is.
Terug