| |
Nieuwsbrief 2 |
September 2006 |
We zijn in ons nieuwe huis, waar een nieuw leven start!
Hoewel alle verscheepte spullen waren aangekomen en er 12 dozen in ons huis stonden,
was er veel beschadigd, nat geworden, of besmeurd met verf/teer. Gelukkig hadden
we slechts oude spullen verscheept! Meteen aan het werk dus maar! Het installeren
kostte tijd. Ons huis staat op een sharing compound. Op deze compound staat ook
het huis van de landlord (huisbaas) met zijn gezin. De huisbaas heet Jacco; zijn
vrouw Susan; de zoon Eddy (9 jaar) en de dochter Evelyne (4 jaar). In het huis
van Jacco en Susan wonen nog meer mensen: Job (de broer van Jacco); Elisha (een
jongen van 9 jaar, die tijdens schoolvakanties/in weekenden wordt opgevangen door
Jacco en Susan, aangezien de moeder van Elisha 3 weken na zijn geboorte is overleden
en de vader niet altijd voor hem kan zorgen); Batchisu (de maid; van origine een
straatkind. Dit meisje verricht huishoudelijk werk) en voor enkele maanden ook
nog William uit Nederland, die werkt op het LDP-project: Literacy Development
Project (of DLP: Development Literacy Partnership). Wij hebben gelukkig onze privacy
in ons eigen huis, hoewel
.Privacy begrijpt men hier niet en heb je
dus ook niet. Als men ons een dag niet zou zien, dan komen ze wel naar ons toe.
Geregeld wordt er dan ook geroepen: Mr. Ben of Uncle Ben; Aunty Dees enz. Behalve
al deze mensen scharrelt er ook nog behoorlijk wat vee over de binnenplaats. Variërend
van: een hond, een paar katten, vele kalkoenen, kippen, kuikens. Ook worden er
bijen gehouden.
Aan (fruit)bomen is tevens geen gebrek: Bananen, plantain (een soort gebakken
banaan), pawpaw (papaya), mango, gauva (een soort sinasappel), palmbomen e.d.
Verder: Moringa, bitter leaves, cocoyam, ayoyo, bra, okro, alefu, maïs e.d.
Ons huis is nieuw en voor Ghanese begrippen ook mooi. We voelen ons er veilig.
We hebben water (koud), elektriciteit; er is echter nog geen meter voor water
en elektra, we leven op betonnen vloeren, leven vanuit de koffer, aangezien er
geen enkele kast aanwezig is. Alles staat dus op de grond of op tafels. Als we
de huur hebben betaald, krijgen we een kast en een bank. Het water uit de kraan
kunnen wij niet drinken, hoewel
Als we het langzaam opbouwen (eerst
water koken), zal het volgens Jacco over een tijdje wel moeten lukken. Wij prefereren
echter gekochte waterzakjes, die we dan overhevelen in flessen. Het hele huis
is voorzien van muskietengaas aan de buitenkant en aan de voorkant van de compound
is een poort. Als je ons huis binnenkomt is er eerst een veranda, dan kom je in
de 'study' kamer en vervolgens in een slaapkamer. Door een klein gangetje ga je
naar het keukentje en de beide douches/toiletten. Dan kom je in de huiskamer,
waar een lange eettafel staat met krukjes. Helemaal achteraan is onze slaapkamer.
In vier vertrekken hangen fans aan het plafond. Dat is ook wel hard nodig, want
het is nu al behoorlijk warm. En dan te bedenken dat de echte hitte nog moet komen.
Vanaf oktober ongeveer start het droge seizoen en wordt het steeds warmer. We
zitten nu op het einde van het regenseizoen en af en toe kan het behoorlijk regenen.
In het regenseizoen zijn er meer muskieten dan in het droge seizoen; ook heeft
de ervaring geleerd dat bijvoorbeeld internetten in het regenseizoen iets moeilijker
gaat. Voor wat betreft vieze, enge beesten: Dat valt mee! Op een paar lizards
(hagedissen), grote mieren en een paar spinnen na, zijn we nog niets tegengekomen.
Volgens Job zijn sommige spinnen echter wel gevaarlijk. Slangen komen hier slechts
af en toe voor; in ieder geval niet in de huizen!
Susan vond het leuk om ons een rondleiding door de tuin te geven. Nooit geweten
dat plantainbomen hoger waren dan bananenbomen! Twee 'carpenters' waren bezig
om voor ons vier houten stokken te maken. Dit is nodig voor de bevestiging van
ons muskietennet. (Een box-model dat meer binnenruimte biedt).
Samen raakten we aan de praat over het individualisme in Nederland ten opzichte
van de saamhorigheid in Ghana.
Of om met Susan's woorden te spreken: 'The nearest are the dearest!'
Op 2 september werden we 's middags verwacht op het kantoor van NorGhaVo, waar
we een ID-card kochten en kennismaakten met de andere vrijwilligers: Guus en Astrid,
Marjolein, Angelique, Jet, 2 Nederlandse stagiaires Carina en Sandrijn. Verder
was William aanwezig, die via NorGhaVo een gastgezin heeft gevonden bij Jacco
en Susan, maar wel voor een andere organisatie werkt en tenslotte Jan en Marre,
die tijdens het maken van hun wereldreis enkele weken voor NorGhaVo gaan werken.
De andere mensen blijven tussen de 2½ maand en de 10 maanden en wonen allemaal
in een gastgezin. Wij zijn dus de enigen die 2 jaar blijven en zelfstandige huisvesting
hebben gehuurd. Voor ons waren alle gezichten nieuw, maar sommigen hadden elkaar
reeds ontmoet tijdens een 3-daagse introduktie. Voor ons had dit weinig meerwaarde,
aangezien we eind 2004 heel Ghana reeds hadden bezocht. Natuurlijk spraken we
ook met de Ghanese staf van NorGhaVo: Peter, Musah en Charlot en met iemand van
de Nederlandse staf van NorGhaVo: Jojanneke. Laatstgenoemde zal in de 3 weken
dat ze hier is, o.a. onze werkplekken komen bezoeken. Overigens
..een
Ghanees knaapje uit Tamale (Mutah), dat wij 2 jaar geleden hadden ontmoet, zagen
we weer terug. We herkenden elkaar direkt! Na het welkomswoord en de spelregels
van NorGhaVo werd de kennismaking voortgezet in een meer informele setting. Samen
eten bij Sparkels: Eén van de twee 'stamkroegen 'van NorGhaVo.
Natuurlijk moest ook de tweede 'stamkroeg' van NorGhaVo worden bezocht en deze
heet: Giddipass.
Aangezien de meesten in Tamale wonen, zullen zij hier geregeld te vinden zijn.
Voor ons ligt dat anders. Wij wonen nogal afgelegen in een klein dorpje, dat Gurugu
heet. We hebben fietsen gekocht. Het is ruim een half uur fietsen van Gurugu naar
het centrum van Tamale. Aangezien we ook zo'n beetje in Gurugu werken (Filling
Point is ongeveer 10 minuten fietsen van ons huis) en we rekening moeten houden
met het feit dat het 's avonds omstreeks 18.15 uur donker is, is het na ons werk
ook niet echt handig om nog richting Tamale te gaan.
Die behoefte is er trouwens ook totaal niet. Bovendien ontbreekt de tijd. Je hebt
constant het idee dat je de hele dag in touw bent, maar dat er concreet weinig
gebeurt. Wachten, wachten, socializen en nog eens socializen maken deel uit van
de dagelijkse setting. Hoewel we dit natuurlijk reeds wisten door onze reiservaringen
in west-Afrika, blijft dat best lastig en toch weer erg wennen!
Behalve van de fiets, maken we gebruik van een 'shared taxi'. (Een taxi die op
een vaste route meerdere mensen meeneemt, tegen een vaste prijs).
Aangezien Jacco en Susan vaker NorGhaVo- mensen over de vloer hebben gekregen,
zijn hun kinderen wel gewend aan blanken. We zijn snel dikke maatjes geworden
en er wordt dan ook geregeld door Dees lesgegeven. De kinderen spreken Engels
en hun lokale taal Dagbani, maar willen ook wel heel graag Frans leren. En dan
willen ze ook nog wel Nederlands leren! Over leergierig gesproken! Maar spelletjes
doen of zingen vinden ze ook leuk en verwend worden nog leuker!
Op 4 september werden alle vrijwilligers door de Ghanese staf van NorGhaVo (Musah
en Peter), naar hun werkplekken begeleid, waar een eerste kennismaking met een
ieders projekt plaatsvond. Voordat wij naar ons project gingen (Northern Friends
for Development NFD), namen we eerst een kijkje bij een project dat er een 'broertje'
van is: Girls Growth and Development (GIGDEV). Bij GIGDEV werken ook een paar
mensen van NorGhaVo. GIGDEV is groter dan NFD en draait al een tiental jaren.
De doelgroep is hetzelfde: Kayayoo-girls (Straatmeiden). We maakten kennis met
direktrice Stella en met enkele personeelsleden: Selina, Thomas en Joshua.
Onze eerste werkdag was 5 september. Bij ons project (Northern Friends for Development)
zagen we direktrice Hawalatu (Hawa); leerkracht Paul en natuurlijk de straat/weeskinderen;
veelal moslim-meisjes; sommigen analfabeet.
Het project komt binnenkort op de Ghanese TV. Het is ongeveer een jaar operationeel
(september 2005). De groep bestaat per begin september 2006 uit ongeveer 10 meisjes
tussen 12 en 15 jaar. Aangezien de geboortedata meestal niet bekend zijn, worden
de leeftijden geschat.
Scholing, stage en een werkplek zijn de sleutelwoorden (skills/education, attachment,
own business).
Het traject bestaat uit:
Fase 1: Scholing/Educatie:12 maanden.'s Ochtends: Praktische vaardigheden. Er
zijn 2 opties: Naaien + batik/tie & dye of weven + batik/tie & dye.'s
Middags: Theorie. Voornamelijk 2 vakken: Engels en rekenen.
Fase 2: Stage: 8 maanden (in of rond de stad Tamale). Eigen kruk meebrengen naar
de stageplek is een vereiste!
Fase 3: Werkplek: Gedurende deze startersperiode is er nog een begeleiding van
6 maanden door NFD.
Voor het opstarten van het eigen bedrijfje is een container nodig, die dienst
moet doen als opslagruimte. Bedoelde container is niet aanwezig. Te duur! (500
euro).
Naast direktrice Hawa (werkt fulltime als vrijwilligster en wordt onderhouden
door haar familie) en leerkracht Paul (die naast zijn normale baan als teacher
op een primary school, iedere middag als vrijwilliger aktief is voor NFD), had
NFD ook twee vakdocenten voor fase 1: Robijna voor 'sewing' en Vivian voor 'weaving'.
Deze vakdocenten zijn echter vertrokken, omdat NFD hen niet meer kon betalen.
(Erger nog
.beiden wachten nog op hun laatste salaris).
Op het terrein is een winkeltje aanwezig, waar
de gemaakte spullen worden verkocht (tafelkleden, tassen, kleding, haarbanden,
placemats e.d.). Op dit moment maken de meiden slechts placemats en haarbanden.
Het maken van de meer gecompliceerde artikelen wordt nog niet aan hen toevertrouwd,
omdat de kans op verspilling van materialen dan te groot is. De materialen zijn
namelijk schaars en duur. De meer exclusieve spullen zijn vervaardigd door de
vakdocenten. De afgelopen 2 maanden (juli en augustus 2006) had de shop een
omzet van ongeveer 50 euro. De verkoop wordt bijgehouden via een schrift.
Op het terrein van NFD is in principe de mogelijkheid om de meiden te laten
overnachten, maar aangezien er geen geld is worden de kamers door derden gehuurd.
De Kayayoo-girls (headportage) zijn veelal wees. (Kaya in Haussa betekent: Luggage).
In Accra heten deze meiden Kaya-girls, maar hier in het noorden worden zij Kayayoo-girls
genoemd. Gelukkig zijn velen nu ondergebracht bij een oom of tante. NFD is gelegen
langs een drukke invalsweg naar Tamale.
5 meiden hebben onderdeel 1 (scholing/educatie)
bijna afgerond (1 jaar) en staan op het punt om te beginnen aan hun attachment
sewing (stage van 8 maanden). Sommige meiden hebben nooit eerder op school gezeten
en spreken slechts Dagbani (de lokale taal). Enkelen hebben een paar klassen
lagere school doorlopen en verstaan een beetje Engels. Engels praten is echter
voor iedereen een probleem.
Bij de organisatie Nadrag 'Life and living care
centre' is een aanvraag ingediend om per 18-09-2006 een nieuwe groep meiden
'te leveren', die dan ook door Nadrag bekostigd zal worden. Begin augustus is
een formulier voor 50.000 cedis gekocht, ingevuld en opgestuurd naar de organisatie
die ook in Tamale een kantoor zou hebben. Nadien is echter niets meer vernomen
van Nadrag. Vinger aan de pols houden dus!
Op ons project hebben vorig jaar ook andere Nederlandse
NorGhaVo-vrijwilligers gewerkt. Eén van hen had tijdens een evaluatiegesprek
te kennen gegeven dat het wel handig zou zijn als er een toilet aanwezig was
bij NFD.
Deze tip had men opgevolgd, hoewel
.
Vol trots liet Hawa ons het toilet zien. De vloer was afgesmeerd, een toilet
was niet te bekennen, alleen een heel klein gaatje (zo groot als een hole bij
golf) werd aanschouwd.
Natuurlijk werden ook de stageplekken bezocht (the
attachments). De 2 weaving-departments werden ons uitgelegd.
We wisselden van gedachten met de eerste docent weven cq. stage-werkgever Abdella.
Het grootste probleem is volgens Abdella het gebrek aan geld voor de inkoop
van materialen.
De 3 meiden die we spraken waren rond de 20 jaar, hadden nooit een opleiding
gehad en spraken geen Engels.
De tweede stageplek weven wordt gerund door de docent weven cq stage-werkgever
Julie, die i.v.m. ziekte afwezig was.
3 van de 4 meiden (tussen 13 en 18 jaar) hadden nooit op school gezeten.
Wij moeten gas terugnemen; te hard van stapel lopen werkt niet. We have to learn
to relax! De steekwoorden blijken hier te zijn: Small, small en slow, slow!!!!
Onze eerste begroeting in het Dagbani wordt geleerd en veelvuldig toegepast.
Als iemand ons 's middags begroet, luidt ons antwoord inmiddels steevast:
Naa.
Af en toe moeten we ook eens naar NorGhaVo-office om de post op te halen. Is
een beetje lastig, aangezien dit veel tijd kost. Wij wonen in Gurugu en daarvoor
moeten we steeds naar Tamale. Na ons werk zit het kantoor dicht. Gelukkig denkt
men hier niet 'in hokjes', dus als je onder werktijd even weg bent, is dat geen
probleem.
Iedere dag worden we geconfronteerd met het feit dat er nergens geld voor is.
Er is een computer, maar die is kapot. De reparatie kost omgerekend 92 euro.
Dit kan men niet betalen, zodat de kapotte computer dus gewoon blijft staan.
Om de punt van je potlood aan te slijpen, gebruiken de kinderen een scheermesje.
Je wordt wel inventief als je geen puntenslijper hebt! Alle spullen meegebracht
uit Nederland waren dan ook van harte welkom! Men kan echt alles gebruiken.
Of het nou kappersspullen zijn, naaipatronen, schriften of kleurpotloden
Er
is gewoon helemaal niets!
Op 8 september 2006 werd duidelijk dat er in principe 3 fikse prioriteiten zijn:
Materialen: Er zijn namelijk geen materialen aanwezig voor de nieuw te starten
groep per 18 september.
Zowel in fase 1 (educatie) als in fase 2 (stage) is er een gebrek aan materialen.
Het gebrek aan materiaal in fase 2 is een knelpunt, dat middels micro-financiering
op maat (voor-financiering) wellicht opgelost zou kunnen worden.
Deze methodiek heeft de volgende voordelen:
In fase 2 is fase 1 doorlopen, zodat er reeds een natuurlijke selectie heeft
plaatsgevonden.
Geld wordt aan NFD verstrekt, i.p.v. aan de girl: Is veiliger.
Proces fase 2 blijft in beweging.
De girls worden meer gemotiveerd door de financiering op maat.
Naaimachines (10 stuks): Prijs per stuk: 500.000 cedis. (Ongeveer 50 euro).
De op Filling Point (lokatie project) aanwezige naaimachines moeten namelijk
meegenomen worden naar de attachments (stageplekken) .Er is dus in fase 1 (educatie)
een gebrek aan naaimachines.
Salaris docenten: 250.000 cedis per maand per teacher. (Ongeveer 25 euro). Volgens
Hawa moeten de teachers - conform haar eigen werkwijze - streng en hard optreden.
Ben onderzoekt in zijn businessplan alle 'ins and outs', variërend van:
Hoeveel produkten kan een meisje maken in 8 maanden? tot: Hoeveel materialen
zijn nodig om deze hoeveelheid te kunnen produceren? Er moet een persoonlijk
budget gemaakt worden en de vraag naar de produkten moet onderzocht worden.
Verkenning van de markt is noodzakelijk. Wie zijn de afnemers? Prijsberekeningen
moeten worden gemaakt. Per persoon dient een registratie gemaakt te worden van
materiaal-produktie-verkoop-winst-verdeling en opbouw starterskapitaal.
Enkele gedachtenspinsels: Voor wat betreft de prijsberekening: De kostprijs
is de materiaalprijs. De verkoopprijs is de kostprijs vermeerderd met 100%.
Natuurlijk moeten er kosten worden gemaakt om te produceren. Verdeling van de
netto-winst op 50-50 basis, tussen NFD-project en de girl.
NFD kan de lening terugbetalen van de girl in kwestie en het bedrag dient gereserveerd
te worden als startkapitaal bij de startfase van het eigen kleine bedrijfje.
Voordeel: Er behoeft geen lening te worden afgelost, hetgeen meer financiele
stabiliteit oplevert. De lening wordt verstrekt aan NFD t.b.v. de girl. NFD
betaalt de lening inclusief bijvoorbeeld 10% rente aan Ben terug na een periode
van 8 maanden, middels de brutowinst van 50%. Hiermee kunnen dan weer nieuwe
zaakjes gefinancierd worden.
Doel: Income-generating en self-supporting.
Taken NFD:
Zorgen voor werving van nieuwe kandidaten opleiding (incl. aan-afwezigheidsregistratie);
stagebegeleiding en begeleiding
tijdens de startersfase. Aankoop, opslag en distributie van alle materialen.
Preventief optreden; uitval voorkomen; contact houden met de familie/verzorgers
van de kinderen. Per deelnemer administreren. Overzicht van alle gemaakte direkte
kosten. Afnemers zoeken voor de produkten. Board of Directors van NFD hierbij
inschakelen. De meiden dienen eventueel zelf ook te worden ingeschakeld als
leermoment in de opleiding (marktverkenning). Verkoop op de attachment-place.
Kwaliteitscontrole. Fundraising.
Voor wat betreft prijsstelling cq opbrengst e.d.:
Tot heden wordt de prijs vastgesteld aan de hand van de gevraagde prijzen in
de stad Tamale. Ben heeft gevraagd de kostprijs per produkt globaal te berekenen,
teneinde te bezien of de prijsstelling correct is. Uit de gesprekken blijkt
dat alleen de materiaalkosten worden geteld (geen arbeidsloon, geen transportkosten,
geen meerkosten). De opbrengst van de attachment komt ten goede aan het NFD-project,
aangezien het project de materialen levert en betaalt.
Ons nieuwe leven begint al een beetje te wennen.
Een mens is toch erg flexibel! Of zegt dat iets van ons?
In ieder geval
De Ghanese kost 'valt' goed; er zijn nog geen buikklachten.
De fufu, de banku, de TZ (Tuo Zaafi in Haussa; Sam fufu in Dagbani), de fried
yam, de plain rice, de jollof rice, de fried rice e.d. Ach
het
is allemaal goed te doen. Onze favorieten zijn: fried yam, jollof rice en fried
rice. En soms maakt Susan zelfs een soort spaghetti! Natuurlijk hebben we wel
eens zin in een appelflap of een broodje ham (om maar eens wat te noemen), maar
Dees is al helemaal blij dat ze bruin brood heeft gevonden en zelfs kaas!
De drop uit Nederland begint al aardig te slinken!
Dat men hier respect heeft voor de oudere man,
ondervindt Ben dagelijks en hij geniet er mateloos van!!!!!!!!!!!!!!
Als we terugkomen van ons werk, wordt zijn fiets aangenomen, wordt zijn tas
gedragen e.d.
Voor wat Dees betreft:
..Zolang zij dit niet op haar hoofd draagt, mag
ze het zelf vervoeren!
De Ghanese cultuur leert dus dat je oudere mannen moet respecteren en helpen.
De vrouw van de huisbaas kookt dus voor ons (Ghanees) en de broer van de huisbaas
verzorgt onze was, maakt ons huis schoon en doet de boodschappen. (Uiteraard
alles tegen betaling!) Men begrijpt niet als je iets zelf wilt doen. Dat is
voor hun een belediging.
Ben wordt dus in de watten gelegd en wil voor altijd hier blijven! (Grapje!)
Een ander leuk voorbeeld van cultuurverschillen:
In Nederland is het netjes om 'je bord leeg te eten'; hier in Ghana kan dat
overkomen als een belediging. Het is namelijk een teken voor de gastvrouw dat
ze niet genoeg heeft gekookt. Iets op je bord laten liggen is dus wel zo aardig
voor haar!
De tijd gaat snel. We worden zó in beslag
genomen door ons nieuwe leven, dat Nederland ver weg lijkt.
Door een mailtje of een belletje komen de twee werelden dan weer even samen.
Bellen van Ghana naar Nederland is goedkoper dan andersom; een brief sturen
van Ghana naar Nederland duurt ongeveer 1 week; andersom is dat ongeveer 3 weken.
Tijdens een eerste kerkdienst hier, werden we naar voren geroepen om ons doel
en onze motivatie uit te leggen. Dat was voor ons vertrouwd. Gedurende onze
expedities van de afgelopen 2 jaar hebben we dat veelvuldig moeten doen.
De normale dingen kosten hier heel veel tijd: Even de mails checken; even foto's
versturen; even naar de bank; even post ophalen; even naar de markt; even dit
of even dat
..Dat werkt hier dus niet! Een pakje uit Nederland ophalen
op het postkantoor kost je een ochtend. Na drie loketten, een wachttijd van
jewelste, een inspectie van de inhoud (snoep!), een ondertekening en een betaling,
was het pakketje dan eindelijk voor ons.Voor de meest simpele dingen moeten
we naar de stad. Daar is het altijd één grote heksenketel! Druk
verkeer en veel lawaai! Na ons werk komen we er bijna nooit. We zijn dan blij
dat we naar ons rustige dorpje Gurugu kunnen gaan. Als we zeggen dat we wonen
bij de Palou-junction, dan is dat voor iedereen hier bekend. Op deze kruising
zitten namelijk altijd mensen te weven. (In het Dagbani betekent palou namelijk
weven). De avonden worden gevuld met: lezen, naar muziek luisteren, naar de
radio luisteren (wereldontvanger), werken aan de nieuwsbrieven voor de site,
lessen voorbereiden, spelletjes doen met de kinderen van de compound, zingen,
puzzelen, Franse of Nederlandse les geven. Kortom: De avonden zijn te kort!
Bovendien zijn we behoorlijk moe. We ligggen om 22.00 uur in bed en staan 's
morgens om 6.30 uur op.
Op 14 september buigen we ons met z'n allen over
de begroting (Hawa, Paul, Ben en Dees).
Vanwege de hoge totale startkosten besluiten we om voorlopig te stoppen met
de 'sewing-afdeling'. Er zijn namelijk 10 naaimachines nodig ad 50 euro per
stuk. Nu kunnen wij via een adresje in Nederland best aan 10 naaimachines komen,
maar aangezien de transportkosten erg hoog zijn, zien we hier van af. We stellen
voor om de volgende 'departments' aan te bieden: De bestaande richtingen: weaving
en batik tie & dye en de nieuwe richting: hairdressing.
Hawa zelf kan de batiklessen geven. De batik-richting duurt slechts 6 maanden,
i.p.v. 12 maanden.
Voor wat betreft hairdressing: Hawa had al langer het idee een hairshop te openen
tegenover de huidige locatie.
Zij is in onderhandeling met de eigenaar om te huren. Twistpunt is de hoogte
van de huur. Zolang dit nog niet is opgelost, starten we gewoon op ons eigen
terrein. Toevallig hebben wij kappersattributen vanuit Nederland meegenomen.
Die komen dus goed van pas!
Begroting: (Prijzen in cedis en in euro's):
Batik tie & dye department:
Calico 30 yards ad 11.000 is 330.000
Shader 20 yards ad 10.000 is 200.000
Chemicals 100.000
_______
630.000 (63 euro)
Weaving department:
Materialen 4.000.000
Vakdocent (voor 1 jaar) 3.000.000
_________
7.000.000 (700 euro)
Hairdressing department:
Vakdocent (voor 1 jaar) 3.000.000 (300 euro)
Totaal: 10.630.000 cedis (1.063 euro's).
Hoe laten we hier nu microfinanciering op los?
Per leerling een budget maken (kosten salaris, materiaalkosten) en dit budget
als lening aan NFD verstrekken en na afloop van fase 1 laten terugbetalen uit
de verkoop van de gemaakte produkten?
Zijn er dan al produkten die gemaakt kunnen worden tijdens fase 1? Dus toch
macrofinanciering en geen microfinanciering?
Vanaf begin september (net voor onze komst), zijn
er 4 meiden op stage 'weven'. (Attachment weaving).
Vanaf 18 september moeten er 4 meiden op stage 'naaien'.(Attachment sewing).
Deze meiden hebben dus hun jaar educatie erop zitten en krijgen nu 8 maanden
stage (fase 2). Om de voortgang te bewaken, is het dus zaak dat er op 18 september
een nieuwe lesgroep start. Zij moeten beginnen aan hun jaar educatie (fase 1).
Naast Engels en rekenen, zal ook gezondheidsvoorlichting worden gegeven (Een
soort combinatie van: Environmental studies/social studies/science). Verder
stellen we voor om interviews te gaan houden met de meiden en om presentielijsten
bij te houden.
Echter
.er is nog geen enkele leerling bekend!
Behalve bij Nadrag 'Life and living care centre', is ook een aanvraag voor nieuwe
leerlingen ingediend bij Mr. Inusah van het Ministerie. Helaas hebben beide
akties niets opgeleverd. Musah (Ghanese staf NorGhaVo), gaf ons de tip om een
oproep te doen via de radio of om de communities (de dorpjes in de omgeving)
te gaan bezoeken en ter plekke te werven. Maar
dit idee werd van
tafel geveegd door Hawa en Paul van NFD. De radio is 'geldverspilling' en 2
witten op pad sturen naar de community zou vreemd overkomen. Beiden besloten
daarop zelf om de dorpjes in te gaan om leerlingen te werven. Ja, we zijn in
Afrika en daar moeten we nou eenmaal constant onze plannen bijstellen. Alles
loopt altijd anders dan gepland. Sterker nog: Een planning werkt hier averechts!
Als wij onze zorg uitspreken over het feit dat er maandag wellicht sprake is
van een lege klas (het is namelijk al donderdag en concreet is er nog niets
gebeurd), krijgen we te horen dat we ons niet druk moeten maken. Het is allemaal
'no problem'! Mr. Ben and his wife (Dees is slechts Mr. Ben's wife) zijn waarschijnlijk
nog 'too programmed'!
In zijn 'businessplan' heeft Ben ook een 'duik genomen' in de financiële
administratie van Hawa en in haar fundraising-aktiviteiten. Inkomsten uit de
verkoop van artikelen bij het Marian Hotel zijn niet te traceren. Navraag leert
dat dit gebruikt wordt om benzine, elektriciteit en/of de watertank te kunnen
betalen. Volgens Hawa heeft het geen zin om de Board of Directors van NFD te
benaderen voor sponsoring. Hetzelfde geldt voor Mr. Inusah van het Ministerie,
alsmede het plaatselijke bedrijfsleven. Alle facetten worden bekeken en voorzichtig
worden lijnen uitgezet richting micro-kredieten. Ben heeft echter enorm moeten
bijstellen. In Nederland was hij ervan uitgegaan dat hij meteen aan de slag
kon in fase 3 van het project, namelijk: het opstarten van een eigen klein bedrijfje
middels micro-financiering. De realiteit echter is dat we pas in fase 1 (educatie)
en fase 2 (stage) zitten. Nu is het belangrijk om een groot netwerk op te bouwen.
Via via wordt contact opgenomen met de 'Board of Directors' van NFD. Deze board
of directors bestaat uit de volgende personen:
" Hawalatu Inusah; director NFD
" Mister Mills (Bank of Ghana); chairman
" Madame Fati Issaka (Anfaani Children's Home); vice-chairman
" Mister Peter (NorGhaVo); coordinator
" Pastor Tanku (Rural Women and Deprived Children's programme)
" Mister Winfred (Rural Women and Deprived Children's programme); co-opted.
Behalve met de 'Board of Directors' van NFD, zal
ook contact worden opgenomen met: WSF (Women Service Foundation). Het leesvoer
hierover wordt alvast bestudeerd.
Background:
Women Service Foundation (WSF) has its main activities spread in the districts
of the Northern Region of Ghana.
The capital of the region is Tamale and WSF main office is located in State
Construction, Co-operation a suburb of Tamale.
Challenges:
The idea of WSF came about as a result of the fact that the Northern Region,
where it is located is categorised as one of the poorest regions of Ghana, together
with the Upper East and Upper West of Ghana which are contiguous to each other.
The Ghana Standard of Living Index has categorised the three northern regions
of Ghana as the poorest and least developed in terms of infrastructure for local
initiatives for welfare and economic gains. The water table of the region is
very low and as a result a cycle of water shortages has made food production
for an all year round consumption very low indeed. The regions are characterised
by low levels of natural resources for exportable exploitation. However the
region is endowed with very hardy, determined and hardworking women who care
about family life and its progress.
Natural resources: Secondly, the vegetation, which served as a natural protection
of the land resources and water resources of the region has over the years been
ravaged by incessant exploitation by the people for economic gains as fuel wood;
for shelter as rafters to buildings and in recent times for domestic use as
a result of the rise in charcoal production for household use by the increasing
population of Tamale peri-Urban and Urban dwellers and people of other regions
in the Upper East and Upper West, Ghana.
Social threats: Thirdly, human deliberate activities of conflict and wars, HIV/AIDS
pandemic have served to introduce a new dimension of suffering and poverty in
the region with the dawn of the twenty-first century. The collective impact
of these causes of poverty in land resources, water resources and human resources
has been on the women, children and the persons with disabilities. This has
produced a cycle of disoriented children who have generally aware of traditional
practices that have served as threats to progress and opportunities to modernisation
in the region.
Mobilization of women groups: Be mobilised into solid and concrete solidarity
groups, it would be the beginning step of overcoming the poverty realities of
the region by the people themselves in a participatory mode. The nucleus of
WSF was formed from these mobilised women.
Goal: Reduce the poverty condition of women in the Northern Region and its neighbours
in Ghana for better care and management of their household members and the environmental
resources in their communities.
Vision: To provide opportunities to women to access internal and external financial
support to develop income generation activities into micro-enterprises to obtain
the resource for controlling the development of their lives, those of their
families for a healthy and wealthy succession of generations in their communities.
Mission: Working in a participatory manner with grassroots community women to
improve their lives and those of their household members, especially children
and the girl child through efficient use of and management of the natural resources
to reduce poverty in their respective communities.
Ook staat er nog een 'lijntje' open met: Pastor Tanko van 'Rural Women and Deprived
Children'. Dit project is gelegen vlakbij ons project NFD.
Inmiddels hebben we al een bezoek gebracht aan TICCS (Tamale Institute of Cross-Cultural
Studies). This is a research and teaching institute of the catholic church in
Tamale, which fosters a deeper understanding of African culture for more holistic
human development and more appropriate Christian ministry.
Hawa had ons naar TICCS verwezen, om kennis te maken met de direkteur: Father
John.
Hawa heeft namelijk het idee om haar aspirant-vrijwilligers bij TICCS een introduktiecursus
te laten volgen. Dit is natuurlijk niet de bedoeling, aangezien NorGhaVo het
alleenrecht heeft om vrijwilligers te plaatsen.
Bovendien is het prijskaartje te hoog. Kortom: Niet realistisch en niet haalbaar.
Wij doen dus niet mee aan dit Hawa-spelletje! Een typisch Hawa-proefballonnetje!
Hoewel Hawa ontzettend bevlogen is en alles doet om haar project te laten slagen,
is ze niet altijd even realistisch als het gaat om het inzetten van de juiste
middelen. Omdat wij 'samenwerken op basis van gelijkwaardigheid' hoog in het
vaandel hebben staan, lukt het ons altijd weer om haar terug in het gareel te
krijgen. Ze is zeker iemand met gebruiksaanwijzing, maar blijkbaar zijn wij
in staat om die gebruiksaanwijzing te lezen en daarnaar te handelen, want met
ons vieren (Hawa, teacher Paul, Ben en Dees) klikt het heel erg goed en gaan
we helemaal voor ons 'kindje' NFD!!!!
Hawa gaf ons een opsteker, door te zeggen dat wij de eerste vrijwilligers zijn
die niet zeggen hoe zij de dingen moet doen.
Er gebeurt van alles: de ene dag is er geen elektriciteit
en zitten we gezellig met de kindjes van de compound rondom kaarslicht; de andere
dag moet je toch zeker op kraamvisite bij een totaal onbekende vrouw, maar die
toevallig wel achter NFD woont; of sta je helemaal paf als tijdens de rekenles
twenty-two wordt geschreven als: siwlsdp(of zoiets dergelijks); of je wordt
verwacht op een meeting van NorGhaVo. De Ghanese staf had voor een verrassing
gezorgd: Nederlandse pannenkoeken!!!!!!!
Teacher Paul werkt vaak op onze lachspieren. Wij maken alles bespreekbaar en
merken dat hij dat niet gewend is, doch wel erg waardeert. Alles wat de 2 witten
zeggen is 'true; is really true'. Als er iets tegenzit, begint hij de zin steevast
met:
'The problem is'
.
Wat wij al vreesden, gebeurde. Op 18 september
kon de eerste NFD-groep die hun jaar educatie hadden afgerond, niet starten
op hun stageplek (Attachment sewing). Oorzaak: Geldgebrek. Voor 4 meiden moet
namelijk in totaal 800.000 cedis betaald worden (80 euro) voor 8 maanden stage.
Aangezien wij de voortgang erg belangrijk vinden, hebben wij met de eigenaar/leraar
attachment sewing (Mr. Alilahi), afgesproken dat dit volgende maand betaald
zal worden van sponsorgeld uit Nederland.
Deze toezegging door 2 witten was voldoende om de meiden te kunnen laten starten.
Op 20 september zullen zij de schoolplek vlakbij Gurugu (lokatie Filling Point)
verlaten, om in Tamale-town het geleerde in de praktijk te kunnen brengen. De
4 meiden begrepen heel goed dat de onderhandelingen moeizaam waren verlopen,
maar dat door toedoen van Ben en Dees, zij verzekerd waren van een stageplek.
Die 4 stralende gezichten zullen we niet snel vergeten!
18 september zou ook een nieuwe lesgroep starten
voor fase 1: Educatie 1 jaar. Er werd gestart met 3 meiden. Eén girl
had 6 jaar lagere school en werkte in de 'rice business'; een ander meisje had
4 klassen van de primary school doorlopen en hielp haar zus met het verkopen
van banku en rijst. Nummer 3 behoorde eigenlijk niet tot de doelgroep, omdat
ze een kind had van anderhalf jaar. Op basis van haar motivatie wilden we haar
toch een kans geven.
Deze jonge vrouw was analfabeet en had geen idee hoe oud ze was.
Echter
..één dag later was er nog maar 1 kandidaat overgebleven
van de 3. Het jonge moedertje (compleet in tranen), moest afhaken vanwege haar
kind; een ander meisje wilde persé naar het 'sewing department'. Voor
haar waren er geen alternatieven: noch weaving, noch batik tie & dye, noch
hairdressing.
19 september hebben we Hawa behoorlijk aangespoord
om opnieuw de community in te gaan om 'zieltjes te winnen'.
We adviseerden haar een overtuigende peptalk te houden. Toen ze terugkwam, had
ze een resultaat van 6 nieuwe personen geboekt!
De begroting wordt gaande de tijd verfijnd:
Sewing Weaving Batik tie & dye Hairdressing
Education ------ 4.000.000 cedis 704.000 cedis
(Opleiding) (400 euro) (70 euro)
Materialen Materialen
3.000.000 cedis 3.000.000 cedis
(300 euro) (300 euro)
Vakdocent (1 jaar) Vakdocent (1 jaar)
(250.000 cedis; (250.000 cedis;
25 euro per maand) 25 euro per maand)
Attachment 1.000.000 cedis 800.000 cedis ------ ------
(Stage) (100 euro) (80 euro)
(200.000 cedis; (200.000 cedis;
20 euro per leerling) 20 euro per leerling)
Van de 6 nieuwe meiden die zouden komen, kwam er
op 20 september slechts 1.(Analfabeet, leeftijd onbekend, woont vlakbij, heeft
nooit op school gezeten, heeft nooit gewerkt). Heeft gekozen voor hairdressing.
Wij stellen voor om opnieuw de community in te gaan om nieuwe meiden te werven.
Dit keer gaan de 2 witten wel mee!
Het echte veldwerk is gestart! Allemaal mensen in en om hun hutjes, die ons
ietwat lacherig en verwachtingsvol aankijken!
Men weet zich geen houding te geven.
We proberen de meiden te overtuigen om naar NFD te komen. (Wij in het Engels;
Hawa en een leerling in het Dagbani).
Het traject wordt uitgelegd (practical skills/education, attachment, own business).
Resultaat: 7 gegadigden!
We zijn benieuwd wie er morgen concreet verschijnen!
Toch was 20 september ook een mooie dag. Onze eerste NFD-lesgroep startte op
hun stageplek in de town. (Attachment sewing). Van het trainingscentrum tot
aan de stageplek is per taxi ongeveer 10 minuten. De taxi werd volgeladen met
girls, hun naaimachines en hun krukjes. Op het moment dat ze vertrokken, keken
ze erg blij. Ze waren zich bewust van het feit dat ze een klein stapje voorwaarts
hadden geboekt. Dit zijn de momenten waarop wij weer weten waarom we hier zijn.
Ik weet dus niet wie er blijer waren: Die meiden of wij
.
Natuurlijk zullen we deze 4 meiden van de eerste lichting geregeld bezoeken
op hun attachment place. Ze komen te werken in een setting van 45 meiden. Ze
zullen 6 dagen per week aanwezig moeten zijn. Van hun dorpje (vlakbij het trainingscentrum
van NFD) naar hun stageplek in de stad Tamale zullen zij dagelijks lopen. Minimaal
1 uur heen en 1 uur terug. Over motivatie gesproken!
In de nabije toekomst is het de bedoeling dat de attachment-girls de nieuwe
groepen in de educatiefase, gaan onderwijzen in de kneepjes van het vak. Dit
uit het oogpunt van kostenbesparing. Er hoeven dan geen vakdocenten meer te
worden betaald (25 euro per maand).
Op 21 september start dan toch een nieuwe lesgroep:
8 nieuwe meiden hebben zich uiteindelijk aangemeld. Voor het leren weven kiezen
6 meiden; 2 meiden gaven de voorkeur aan hairdressing. Allen zullen ook onderwezen
worden in batik tie& dye. 6 van de 8 meiden komen op intake-gesprek. Nou
ja, ze schuifelen verlegen en onderdanig naar binnen en durven geen woord te
zeggen. Dat laatste kunnen ze bovendien ook niet, omdat ze slechts Dagbani praten.
2 girls weten niet hoe oud ze zijn. De anderen zijn tussen de 10 en de 20 jaar.
Eén meisje heeft 6 klassen lagere school; één meisje heeft
2 klassen van de lagere school doorlopen en de rest is analfabeet. 1 meisje
woont bij de ouders; de rest woont bij de moeder; een tante of een zus.
Het valt ons op dat 1 girl ontzettend blijft hoesten. Als we dit kortsluiten
met Hawa, krijgen we te horen dat het kind op de grond slaapt en vanwege het
regenseizoen een kou heeft opgelopen. Hopelijk is dit zo
Opmerkelijk is dat wij zelf snel gewend zijn geraakt
aan het feit dat we op alle fronten 'back to basic' moeten.
De NFD-meiden hebben ons hart gestolen en wij gaan er voor!!!!!!!
Deze 'kinderen van de straat' zijn soms bijna dierlijk te noemen: reageren heel
basaal; laten ongegeneerd een boer; het struikgewas is hun toilet; als ze moe
zijn gaan ze languit liggen en vaak kijken ze uitdrukkingsloos.
Je moet echt uitleggen dat ze gedag moeten zeggen als ze weer naar huis gaan.
Soms droom ik even weg richting Nederland
..Men
moest ons hier eens zien zitten
..Het trainingscentrum
waar we werken is net een tv-beeld van Beiroet; een granaat die op het dak van
het gebouwtje is terechtgekomen. Maar ja, we werken nu eenmaal in the Northern
Region of Ghana en dat betekent dat een kleine 70% van de mensen nog geen 70
euro per jaar verdient!
Een nieuwe intake op 22 september levert weer 4
nieuwe kandidaten op. We hebben nu dus 12 meiden in fase 1.
En
.Hoera
..Maar 1 analfabeet dit keer! Er is een meisje met 3 klassen
lagere school, een meisje met 6 klassen lagere school en zelfs een meisje met
3 jaar junior secondary school (onderbouw middelbare school).
1 girl is nog herstellende van malaria. 3 van de 4 kiezen voor hairdressing;
nummer 4 kiest weven.
Eindstand: 12 meiden, waarvan er 7 kiezen voor weven en 5 voor hairdressing.
Allen leren tevens batik tie&dye.
De materialen voor batik tie&dye zijn aangeschaft en dus kan daar vandaag
mee begonnen worden!
De eerste beginselen van de 'practical skills' worden 's morgens bijgebracht;
's middags wordt Engels, rekenen en gezondheidsvoorlichting onderwezen. Van
de 12 meiden zijn er 4 aanspreekbaar in het Engels. Hier maak ik een apart groepje
van. (Sterke groep). De andere 8 meiden hebben een erg 'low level'. Het is echt
0,0!!!!!!!!!!! (Zwakke groep).
Met een engelengeduld dus maar lettertje voor lettertje van het alfabet aanbieden.
Sommige meiden zijn 18 jaar en kennen alleen hun hutje in de community. Ongelofelijk!
Natuurlijk moeten we ons gezicht ook regelmatig
laten zien op de stageplekken. Op de attachment weaving was geen enkele NFD-girl
aanwezig. Heet dit in gewoon Nederlands niet: Spijbelen? Op het matje roepen
dus!
Op de attachment sewing zagen we blije NFD-girls en een tevreden docent/eigenaar
van de shop.
Deze laatste wil graag dat de NFD-girls ook zijn uniformen gaan dragen. Op deze
stageplek zitten namelijk 45 meiden, waarvan er 40 'van hem zijn'. We hebben
'm dit uit z'n hoofd gepraat. Een uniform kost 120.000 cedis per meisje (12
euro). Dit heeft absoluut geen prioriteit. Bovendien hebben de NFD-girls hun
eigen NFD-uniform.
Toen wij op 5 september op NFD begonnen, waren
er 4 meiden doende in de sewing-afdeling. Regelmatig hoorden we dat er nog een
5e meisje was, maar als we naar haar vroegen, kregen we altijd te horen: She
is travelling
Nu zo'n 3 weken later blijkt, dat het meisje afwezig was, i.v.m. een begrafenis
(die hier 40 dagen in beslag kan nemen). We hadden haar dus al 'geschrapt',
maar toen we de ware reden hoorden, gaven we haar natuurlijk een second chance
om ook op stage te kunnen gaan. We moeten daarvoor een formulier betalen (20.000
cedis) en de stageplek moet betaald worden (200.000 cedis). Concreet betekent
het betalen van deze 22 euro voor dit meisje het verschil tussen wel of geen
toekomst.
Voor ons zijn het luttele bedragen, maar die dus een wereld van verschil kunnen
maken. Met weinig geld kunnen we hier al zo ontzettend veel doen!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Op 25 september vernemen we dat 1 leerling (uit
de zwakke groep) is gestopt. Reden: Zij wilde graag 'sewing' leren, doch dit
bieden we voorlopig niet meer aan. In haar plaats komt gelukkig een nieuwe kandidaat.
Dit nieuwe meisje heeft 2 jaar middelbare school. Gelet op haar niveau, komt
ze dus in de sterke groep. Op 29 september stond plotseling het meisje weer
voor onze neus, dat 4 dagen eerder was gestopt. Nu horen we de echte reden:
Problemen met haar vader. Hoe het ook zij
..Nu staat het min of meer op
de rails:
In totaal hebben we nu 22 meiden die geplaatst zijn in het NFD-traject:
4 meiden op stage weven (Fatima, Hadijatu, Salamatw, Rohana); 5 meiden op stage
naaien(Suhayini, Fosia, Farosha, Hawa, Susan); 13 meiden in de educatiefase
(Assia, Azara, Safoura, Ifau, Rama, Menamatu, Satia, Raffia, Mariam, Zenab,
Azara 2, Adam Rafia , Hamishouw). Van deze 13 meiden kiezen er 8 voor weven
en 5 voor hairdressing. ('s Morgens is er les in weven, batik tie&dye en/of
hairdressing; 's middags les in Engels, rekenen en/of gezondheidsvoorlichting).
Dat de zwakke groep (8 van de 13 leerlingen) ook echt zwak is, blijkt wel uit
het feit dat het voor 1 girl zelfs te moeilijk was om de letter x te schrijven.
Dit werd:
Bij een plaatje van een krokodil, werd luidkeels 'snake' geroepen. Dit deed
Dees opspringen. Toen er geen slang te bekennen viel, was duidelijk dat hier
sprake was van een vergissing. Voor het betreffende kind was een krokodil nu
eenmaal een slang.
Hilariteit alom!
Hoewel de stageplekken nog betaald moeten worden, (100 euro voor 5 meiden stageplek
naailes voor 8 maanden en 80 euro voor 4 meiden stageplek weven voor 8 maanden),
zijn we dan toch gestart en op de goede weg. Ook de docent weven en hairdressing
moeten nog maar even op hun 'salaris' wachten (ongeveer 25 euro per maand).
We gaan natuurlijk niet meteen met geld smijten!
Inmiddels is de Ramadan een feit. Voor de jongste
moslim-meiskes is dit zwaar. 's Middags klagen de kinderen dat ze honger hebben.
Je merkt dat ze moeite hebben met hun concentratie en soms vallen ze gewoon
in slaap.
Verder hebben we contact gelegd met Elisha, die
al jaren ervaring heeft met micro-kredieten. Dat wordt dus een belangrijke partner!
Leesvoer wordt bestudeerd. Zijn organisatie (SAT: Sinapi Aba Trust), bestaat
al heel lang.
Sneller dan verwacht, worden TV-opnames gemaakt
van ons NFD-project. Ben wordt geïnterviewd door de Ghanese TV-3 en Dees
wordt gefilmd tijdens haar lesgeven. Wanneer het wordt uitgezonden is nog niet
bekend.
Eind september hebben we dan eindelijk een docent
voor hairdressing(Abena) en een docent voor weven (Abiba). (Fase 1 educatie).
Beiden worden enkele maanden op proef aangenomen. Loonkosten per maand voor
5 ochtenden werken per week: 200.000 cedis (20 euro). Bij gebleken geschiktheid
zullen we het verhogen naar 250.000 cedis (25 euro) per maand.
Het aannemen van personeel is bijna komisch. Iemand kent een teacher hairdressing
of weaving, gaat op pad, komt met de betreffende persoon terug, wij voeren een
gesprek en dan wordt er gewoon gestart! Simple like that!
Voor wat betreft batik tie & dye zijn nu alle materialen aangeschaft. De
eerste doek die door de meiden was gefabriceerd (educatiefase) werd natuurlijk
door Dees gekocht. En de meiden van de attachment sewing (stageplek) voelden
zich vereerd om daarvan een rok te mogen maken. De meiden van de hairdressing
(educatiefase) oefenen ijverig om de kneepjes van het vak onder de knie te krijgen.
Zelfs de haren van Dees werden onderworpen aan een rasta-experiment!
Tussen de bedrijven door hebben er nog leuke NorGhaVo-uitwisselingen
plaatsgevonden. Even fijn om in het Nederlands met de vrijwilligers van gedachten
te wisselen.
De paar laatste dagen van september moest Hawa
naar Accra. De NFD-toko wordt nu dus even gerund door Paul en door ons. Ook
Musah (Ghanese staf NorGhaVo) vertrok richting Accra. Hij ging nieuwe vrijwilligers
verwelkomen.
Sinds kort hebben we een bank in ons huis (eindelijk
een rugleuning!) en een kast. Het begint al echt ons stekkie te worden.
Op weg van huis naar werk worden we dagelijks getrakteerd op enthousiaste kinderen
die maar blijven roepen:
Hello, hello, hello!.................
Kortom: Allemaal goede geluiden uit Ghana! Maar
wat belangrijker is:
.
Het is fantastisch om te zien dat je echt iets kunt betekenen op een heel fundamenteel
vlak!
Hier eindigt de nieuwsbrief van september. Tot
de volgende maand!
Lieve groet van Dees en Ben
|