Alle pagina's 

De buurlanden
van Ghana

 

Terug

17 april 2005
Gelukkig was er vanochtend weer stroom. Gisterenavond namelijk viel plotseling de stroom uit. Volgens Grasi gebeurt dit ongeveer 3x per maand. Vandaag starten we met onze verkenningstocht over het eiland. Nieuwe indrukken; nieuwe gerechten e.d. Over eten gesproken……Gisterenavond smaakte de tempé heerlijk. Overigens………..droge vis staat hier ook vaak op het menu. Grace (Grasi) vertelde dat er ook hond en kat gegeten wordt op Flores. Brrr!!! Vogens haar smaakt hond naar varken ( hond wordt beschouwd als een delicatesse!) en smaakt kat naar kip.

Vanmorgen waren we de familie 'Vroegop' (5.00 uur). Met de auto van Mama België (Belgi) naar haar huis, waar we werden afgehaald door de bus (de kleinere variant heet: bemo; een soort taxibusje). Mama Belgi had geregeld dat de bus van Maumere naar Moni de twee Nederlandse gasten zou afhalen bij haar huis. Als eersten stapten we in. We hadden 2 plaatsen naast de chauffeur en konden op de eerste rij enorm genieten van het uitzicht: Bergen, zee, schitterende panorama's wisselden elkaar af. De adathuizen met palmdaken (ook o.a. in Wolowaru) zijn heel bijzonder. De bochtige en smalle weg vergde de nodige concentratie van de chauffeur; een joviale dertiger. Na enkele bijna-botsingen, besloten we om onze gezellige conversatie te beeïndigen. De chauffeur had genoeg aan zijn taak.

Deze Trans-Flores hoofdweg strekt zich over zo'n 700 kilometer uit van Labuhanbajo in het westen tot Larantuka op de uiterste oostpunt. Het grootste deel is geplaveid. De weg voert door prachtig berggebied en verbindt de hoofdsteden van de vijf districten van Flores.

Segment: Afstand: Reistijd:
Labuhanbajo - Ruteng 126 km. 4 uur
Ruteng - Bajawa 130 km. 6,5 uur
Bajawa - Ende 126 km. 5 uur
Ende - Moni (Keli Mutu) 52 km. 1,5 uur
Moni - Maumere 96 km. 4 uur
Maumere - Larantuka 137 km. 4 uur

Het gedeelte Moni-Maumere wordt regelmatig weggespoeld, waardoor een lange omweg via Kota Baru noodzakelijk is. Openbare bussen, goedkoop, betrouwbaar, maar stampvol, rijden af en aan over de hoofdweg. Geen enkele bus bestrijkt het hele traject. De meesten verbinden een districtshoofdstad met de twee dichtstbijzijnde hoofdsteden; een enkele uitzondering (Labuhanbajo-Ende) daargelaten.

Onderweg werd een lunchstop gemaakt. Om 12.15 uur arriveerden we in Moni. Deze plaats ligt heel mooi in een diep dal. In het centrum van Moni werden ons diverse kamers aangeboden voor overnachting. We zochten echter zelf een onderkomen en de tocht naar Keli Mutu werd geregeld. De meren van Keli Mutu zijn het best te bezoeken vanuit Moni. Morgen zullen we dus de zon zien opkomen bij deze meren, die verschillende kleuren hebben. Het vertrek staat gepland om 4.30 uur. De middag in Moni werd dus rustig doorgebracht.
In de vroege avond troffen we iemand uit Maumere die Mama Belgi kende en die 2 jaar in Amsterdam had gewoond.

18 april 2005
Vandaag staat Keli Mutu (vulkaan) op de rol. Gisterenavond was gebleken dat wij de enige personen waren die de meren zouden gaan bezoeken. De 'driver' vertelde ons dat hij daarom niet z'n truck wilde gebruiken, maar z'n bemo (taxibusje). Hij wilde wel rijden, maar dit betekende een prijsverhoging. Iedereen heeft hier toch min of meer de 'Euro-tekens' in de ogen staan. 'Money, money, money' is vaak (helaas) het enige dat telt. De beheerder van ons onderkomen, alsmede een buurman en de chauffeur hadden we gevraagd om op onze deur te kloppen om 4.00 uur, zodat we ons niet zouden verslapen. (Reiswekker had het begeven). Beloftes werden gedaan, maar…..niet nagekomen. Uitvluchten genoeg! Legio smoesjes!
Gelukkig werden we zelf op tijd wakker, d.w.z. we hadden niet of nauwelijks geslapen. Bovendien hadden we veel last van ongedierte (o.a. slakken tegen de muur). Een coil beschermde ons tegen de muskieten. Midden in de nacht schrok Dees op door een beet/prik in de vinger van een onbekend insekt. In het donker werd een beest van de schouder geslagen. Ondanks onze zoektocht, konden we niet traceren wat dit geweest was. De meegebrachte lakenzakken boden uitkomst. Van hoofd tot teen volledig ingepakt leken we wel 2 mummies in Moni. Het sanitair was zoals vaak erg smerig. Dit blijft voor ons afzien!
De bovengenoemde omstandigheden, inclusief de erg onsympathieke beheerder zorgden voor een minder leuk verblijf in Moni, maar…………we waren gekomen voor de Keli Mutu.

We vertrokken om 4.40 uur en na een uur rijden en een half uur te voet klimmen, arriveerden we op de top. De 3 kratermeren (blauw, groen en zwart van kleur), waren werkelijk geweldig, in combinatie met de opkomende zon. Soms veranderen de kleuren van de meren. Een kleine rotswand scheidt de twee grootste kratermeren. Al met al……..zeer de moeite waard!
Op de terugweg stapten regelmatig mensen in de bemo, die met groente en fruit op weg waren naar de markt. Tijdens de rit sloeg de motor van onze bemo regelmatig af. Op een sukkeldrafje ging het verder en om 7.30 uur waren we terug op het verblijfadres. Tijdens onze verslaglegging, hebben we nog enkele vragen beantwoord van een medewerker van Lonely Planet die een onderzoekje deed naar de kwaliteit van onze verblijfsaccomodatie. Onze ervaringen konden we dus meteen delen. Toen hij het sanitair zag, zei hij: 'disgusting!'
Zoals bij ons bekend was, is de overheid de eigenaar van deze accommodatie en daarmee zijn de matige omstandigheden verklaard. Personeel kwam erg onprofessioneel over. Dit werd bevestigd door de 'Lonely Planet-boy'.

Vandaag gaan we van Moni naar Ende. Met 'public transport' duurde dit 2 uur. We zaten opgepropt en dubbelgevouwen in het busje, maar we zaten midden tussen de plaatselijke bevolking. Op Flores word je als blanke nog behoorlijk bekeken. Toen we na 2 uur bij de busterminal arriveerden, waren we de enige 'white men'. We werden meteen omringd door een mensenmassa, die ons allerlei vervoer en onderdak aanbood. Al die opdringerigheid is vervelend. Uiteindelijk per bemo naar ons onderkomen voor 1 nacht. Een douche en een hapje eten zorgden ervoor dat we om 17.00 uur per bemo nog even Ende gingen bekijken. Ook werd een internetcafé bezocht om mails te checken. Uiteindelijk keerden we omstreeks 20.00 uur terug. Toen werd de reis van morgen definitief vastgesteld: Riung als eindbestemming; 4.30 uur opstaan; een vroeg ontbijt, aangezien de bus al om 6.00 uur zal vertrekken.

19 april 2005
Communicatie is een probleem, omdat lang niet iedereen Engels spreekt (en wij geen Indonesisch). Als we denken dat de boodschap is overgekomen, wordt deze gewoon niet uitgevoerd. Na het ontbijt van 5.30 uur, naar de opstapplaats van de bus. De halte bestond uit een overkapping van golfplaat, hout en bamboe. Met de bus van 6.00 uur naar Riung. De lokale bevolking laat duidelijk merken dat ze niet begrijpen dat 2 blanken met 'public transport' reizen. Opgepropt en dubbelgevouwen meehobbelen! Zo gauw men je ziet, probeert men je een taxi of een auto aan te smeren. Ook valt ons steeds weer op dat er nooit initiatief wordt getoond; er wordt niet meegedacht; er worden geen suggesties gegeven; geen alternatieven geboden. Wij vinden het normaal om dingen uit te leggen; naar 'het hoe en het waarom' te vragen. Mensen hier zijn dit niet gewend en beginnen te lachen, omdat ze zich geen houding weten te geven. Bij ons komt dit over als 'uitlachen'.

De tocht met 'public transport' was wederom een belevenis: Geiten die boven op de bus worden vastgesjord; kippen die onder de arm worden meegenomen. Aangezien we naast de chauffeur zaten, hadden we goed zicht op de omgeving. Langs de kustweg zagen we grote partijen blauwe stenen liggen. De plaatselijke bevolking haalt deze stenen van het strand en ze worden o.a. geëxporteerd naar Bali en Surabaya. Verder lagen er enorme aantallen opengesneden kokosnoten in de berm. De kokos wordt eruit gehaald; gedroogd en gaat daarna richting buitenland. Ook kinderen op weg naar school kruisten ons pad: Allemaal in schooluniform; enkele (moslim)meisjes gesluierd. Ook de sarong is nog niet uit het straatbeeld verdwenen. Naast de normale sarong, zie je ook vaak de 'sarong-blanket'; een deken als omslagdoek. Het valt ons op dat er op Flores veel gerookt wordt en onze buschauffeur behoorde tot de categorie kettingrokers. De bus-drivers fungeren hier tevens vaak als besteldienst. Indien de geadresseerde niet thuis is, wordt het pakketje gewoon uit het raampje richting huisje gegooid. Onze busrit vandaag was enigszins onduidelijk. Van Ende naar Riung moest volgens de insiders in 1x non-stop (zonder overstap) te doen zijn. Er waren echter ook 'kenners', die zeiden dat we in Danga zouden stranden en dan een bemo moesten nemen. In Danga bleek dat we inderdaad moesten overstappen in een andere bus. Maar……….deze betreffende bus was kapot; dus niet beschikbaar. Inmiddels waren we al 3 uur op pad. We waren nog 2 uur rijden verwijderd van Riung. De enige mogelijkheid om daar te geraken, was een bemo als taxi te charteren. De onderhandelingen over de prijs begonnen. We werden omringd door een hele groep jongeren, die zich allemaal met de zaak bemoeiden. Niemand sprak Engels; iedereen wilde verdienen. Achterop een motor kruipen weigerden we. Het was een chaotisch tafereel! Ben trekt in zulke situaties snel de portemonnee; Dees echter bijt zich er dan in vast. Tijdens de pat-stelling verscheen er plotseling een aardige dertiger, die in hetzelfde schuitje zat. Een combinatierit werd voorgesteld. Op die manier konden de kosten gedeeld worden. Tevens werd afgesproken dat onderweg ook nog andere passagiers zouden kunnen instappen. Voor de driver was het nu lucratief en Dees was erin geslaagd haar prijs te handhaven. Zo werd koers gezet naar Riung.

Tijdens de rit ontspon zich een erg leuk gesprek met Chris, de eerdergenoemde dertiger. Hij bleek de chauffeur van Mama Belgi te kennen en vertelde over Indonesië en zijn eiland Flores. Eind vorig jaar was er nog een vulkaanuitbarsting geweest. Volgens Chris staat dit wederom binnenkort te gebeuren. We wisselden van gedachten over de cultuurverschillen (Nederland-Flores); de aard van de bevolking; het onderwijssysteem; het west-Europese denken; het politieke beleid van de regering van Indonesië op de lange termijn.
Chris verwees ons naar het SVD-huis (Pondok SVD Riung-Flores). SVD betekent: Societas Verbi Divini.
Vanuit Pondok SVD is Chris werkzaam in de toeristenbranche (voor zover je hiervan kunt spreken op Flores). In het SVD-huis aangekomen, besloten we om 2 nachten te blijven en morgen een vissersboot te huren. Aan de SVD-priester werden onze SMA-plannen verteld: 4 jaar wonen en werken in Afrika. Aangezien de priester een Pool is, die 40 jaar in Indonesië heeft gewerkt (en alleen Pools en Indonesisch spreekt), moest de conversatie geschieden met behulp van een medewerkster (Athanasia), die naast Indonesisch, gelukkig ook Engels sprak.
De priester keek er van op dat we met 'public transport' over het eiland reisden. Spontaan bood hij ons voor de komende dagen zijn auto plus chauffeur aan. Eerder had Mama Belgi ons dit ook al aangeboden, doch wij hadden het afgeslagen. We waren van mening dat we hier geen gebruik van konden maken. Enerzijds had Mama Belgi dan gedurende 10 dagen geen auto, anderzijds wilden we gewoon onder de plaatselijke bevolking reizen. Echter……..Het reizen met 'public transport' is best zwaar, vermoeiend en kost veel tijd. Bovendien is er nauwelijks contact, omdat bijna niemand Engels spreekt. We besloten dan ook om gebruik te maken van het fantastische aanbod van de priester. Vandaar toch maar auto met driver vanaf overmorgen. Tegen het einde van de middag kwam David, onze gids van morgen, de planning doornemen. We zullen samen in een vissersboot naar een onbewoond eiland gaan. Volgens de kenners zijn er koraalriffen en vleermuizen te aanschouwen. We zullen zien!

20 april 2005
We blijven vroege vogels! 5.45 uur werden we gewekt met een roffel op de deur; 6.30 uur ontbijt en om 7.00 uur op pad met David richting haven. Op de oude houten vissersboot werd David geassisteerd door 2 Flores-boys. Deze beide knullen spraken alleen Indonesisch; David echter sprak goed Engels. Eerst werden de koraalriffen bekeken op Bakau-island. Vervolgens werd koers gezet naar Ontoloe-island. We zagen honderden vleermuizen (flying fox), die in de mangrove bomen hingen. Een werkelijk fantastisch gezicht! Ook apen werden nog gesignaleerd. De meegebrachte lunch werd gebruikt op het zandstrand van het onbewoonde eiland. De panorama's waren schitterend! Een 'bounty-achtig' gebeuren…..Een stukje paradijs op aarde! We hadden van te voren al aangegeven dat we niet zouden gaan zwemmen, snorkelen of wandelen. Brainstormen met David uit Flores leek ons interessanter! Aan gespreksstof was geen gebrek. Het werd een waardevolle 'social talk', die uren duurde. David kon dit erg waarderen, aangezien toeristen meestal geen tijd (willen) maken voor een goed gesprek. Nog een leuke anekdote: Hoewel het uithuwelijken niet meer bestaat op Flores, is de bruidsschat nog niet verdwenen. David had zijn vrouw 'gekocht' voor: 5 koeien, 3 varkens, 5 geiten en 10 sloffen cigaretten. Hij moest er zelf om lachen!

Eerder dan gepland waren we weer terug aan wal. We bezochten nog even de plaatselijke markt en werden aangestaard door velen. David fungeerde als tolk, zodat we konden converseren met de plaatselijke bevolking. Ook werd ons de oorzaak duidelijk van de vele oranje/rode tanden die we vaak zagen bij de mensen. Het eten van een bepaalde noot in combinatie met een speciale kalk, was hier debet aan. Cigaretten werden gedraaid van tabak in palmbladeren. Een goedkope manier van roken. 's Avonds met Athanasia, David en de priester de planning voor de komende dagen verfijnd/bijgesteld.

21 april 2005
Om 8.15 uur vertrokken we met de auto van de priester en chauffeur Ambros vanuit Riung, met als eindbestemming Bajawa. Auto met chauffeur…..dat was wennen in positieve zin (na alle 'public-transport' ervaringen). Na 2 uur rijden werd een stop gemaakt bij de heetwaterbronnen in Soa. Soa ligt op ruim een half uur rijden van Bajawa. Het is gebouwd op een amfitheater, dat door de rotsen is gevormd. Omstreeks 11.30 uur arriveerden we in Bajawa, waar we ons onderkomen voor 1 nacht hadden. Na de lunch probeerden we ergens e-mails te checken. Net zoals in Riung, was dit ook niet mogelijk in Bajawa. Er zijn geen internetcafé's. Via een verwijzing belandden we in een semi-overheidsgebouw, waar we wel even gebruik mochten maken van de enige computer.

Daarna stonden de plaatsen Langa en Bena op de rol. De tocht was prachtig; de weg was bar slecht. Bena is het best bewaarde adatdorp. De huisjes staan op palen met palmdaken en van binnen houtsnijwerk. In Bena staan 45 van deze huisjes, waar 9 families in wonen. Op het dorpspleintje zijn ngadu's en bhaga's opgebouwd. Een met snijwerk versierde paal met een rieten dakje erop is de ngadu; symbool van de mannelijke voorouders. Een klein huisje dat de baarmoeder voorstelt is de bhaga; symbool voor de vrouwelijke afstammingslijn. Behalve de ngadu's en de bhaga's zagen we ook vestingwerken en megalieten: 9 hoge stenen die de 9 families symboliseren die er wonen. Tot onze verbazing verscheen er plotseling een oude 'Bena-baas' (de chief), die Nederlands begon te praten. Dit stamhoofd had in vroegere tijden les gehad van Nederlandse missionarissen. Hij vertelde honderduit over Bena. Inwoners van het dorp, die overlijden ten gevolge van ziekte of ouderdom, worden begraven voor de deur van de woning. Zij echter die gestorven zijn ten gevolge van een ongeval, moeten minimaal 500 meter van het huis af worden begraven. Dit om redenen van bijgeloof. De huisjes zijn aan de voorzijde voorzien van horens van buffels en tanden van varkens. Het aantal symboliseert de welgesteldheid van de bewoner. Al pratend en klimmend naar boven, arriveerden we op een talud waar we konden genieten van een fraai uitzicht. Naar onze mening vertelde de oude man wel erg nadrukkelijk dat hij geen pensioen kreeg. De bedoeling was echter duidelijk: De fooi moest zo hoog mogelijk zijn! Het bezoek aan Bena was ten einde; maar het was zeer de moeite waard geweest.
Voordat we met chauffeur Ambros 'supper' gebruikten, werden nog enkele toko's bezocht: Rommelwinkeltjes in een rommelige ambiance. Ambros leerde ons nieuwe Indonesische woorden: Selamat Makan (Smakelijk eten); Selamat Jalan
(Tot ziens) en Bagus (Mooi). (Bagus fonetische schrijfwijze). 's Avonds koelde het sterk af in Bajawa. Sinds lange tijd hadden we het weer een beetje koud. In een donkerbruin caféetje werd nog iets gedronken. Tot twee keer toe stroomuitval.

22 april
Klokslag 8.00 uur vertrokken we vanuit Bajawa richting Ruteng. Ruteng ligt hoog op een helling van een werkende vulkaan en is de hoofdstad van de Manggarai-stam. Een autorit van 4 uur volgde. Er werd gestopt om te tanken: 2100 Rupiah's voor 1 liter diesel (solar). Dit zijn ongeveer 2 ouderwetse kwartjes. Ook werd gestopt bij Danau Ranamese: Een werkelijk schitterend vergezicht! Dat Flores de bloemenkaap (Cabo dos Flores) wordt genoemd, kunnen we inmiddels volledig onderschrijven. Genietend van het natuurschoon vloog de tijd voorbij. Onderweg is er van alles te zien: Zwaaiende, roepende kinderen
(Hello Mr.; hello Mrs.); mensen bij elkaar op bamboe/houten 'zittafels' onder een boom; grazend vee langs de kant van de weg enz. Een ons tegemoetkomende motorrijder vervoerde maar liefst een vis van 1,5 meter lengte achter op zijn motorfiets. Vandaag 22 april bleek een feestdag te zijn. Na enig doorvragen werd ons duidelijk dat er sprake was van een moslim-feestdag.

Vroeg in de middag arriveerden we in Ruteng. Na de lunch gingen we naar Ruteng Puu: Een kampoeng-dorpje met o.a. 2 traditionele huizen. Deze huizen worden bewoond door 5 families. Bij binnenkomst namen we plaats op de grond tussen de families. Niemand sprak een woord Engels, inclusief 2 jonge knapen die zich voordeden als zogenaamde 'gids'. Een tafereel dat komisch was en op de lachspieren werkte! Je wordt aangestaard en er wordt gelachen. Vreemde gewaarwording!
Om de stilte te doden, werd er maar op zelfgemaakte muziekinstrumenten 'getokkeld'. Ook de nestor van de familie was aanwezig (een soort chief). Hoewel hij geen woord had gezegd, wilde hij op het einde wel geld zien. Het geldbedrag dat gegeven werd, moest worden genoteerd in het gastenboek. Op de terugweg de cathedraal van Ruteng bekeken. Tegen het einde van de middag werd de plaatselijke markt bezocht. Ook daar hadden we weer veel bekijks. In een mum van tijd staan er tientallen mensen om je heen, die maar 1 doel hebben: Je portemonnee lichter maken! Op onze verblijfsaccomodatie werd tenslotte een handgeweven Manggarai-sarong gekocht. Ook in Ruteng was het 's avonds fris.

23 april 2005
Ruteng-Labuhanbajo moet vandaag afgelegd worden: Ongeveer 4 uur rijden.
Overigens…..Flores van oost naar west (van Larantuka naar Labuhanbajo) is 700 km. Aangezien wij in Maumere zijn gestart, zullen wij in totaal ruim 500 km. afleggen. Na een half uur gereden te hebben, stopten we bij het doven-en blindeninstituut in Cancar Rumahsakit. We hadden dit adres gekregen van onze contactpersonen uit Horst en tevens was het ons geadviseerd door de SVD. We spraken een half uurtje met zuster Virgula, die 40 jaar geleden op Flores begonnen was met haar levenswerk. Deze zuster was vroeger ingetreden in Steyl en had ook gewerkt in een ziekenhuis in Kerkrade. Naast blinden en doven, heeft zij zich ook altijd ingezet voor lepra- en polio-patiënten en anderszins gehandicapten. Deze zeer sociaal bewogen vrouw vertelde honderduit. 3 à 4 keer per jaar komen er medische teams vanuit Australië naar Flores om de patiënten van zuster Virgula gratis te opereren. Het betreft voornamelijk orthopaedische en plastische chirurgische ingrepen. We hadden geluk dat we haar nog thuis aantroffen, aangezien ze op het punt stond te vertrekken naar Ruteng. Een medezuster (zuster Robertilde uit Nederland), liepen we wel mis.

Bij het afscheid adviseerde zuster Virgula ons om ook haar projecten in Labuhanbajo te bezoeken. Onder de naam St. Damian is er een tehuis waar de pas geopereerde patiënten kunnen revalideren. Tot voor kort werd de zee aan de achterzijde van het tehuis gebruikt voor hydrotherapie. Ten gevolge van de sterke vervuiling van de zee, is dit thans niet meer mogelijk. Daarom heeft zuster Virgula besloten om een zwembad te laten bouwen. Het tweede project behelst een tweetal winkels, die door gehandicapten worden gerund. Het doel is namelijk om de gehandicapten financieel onafhankelijk te maken. We namen ons voor beide projecten te bezoeken. We vervolgden onze autorit. Onderweg zagen we de mensen op het land ploeteren. Sommigen hadden witte gezichten. Bij navraag bleek dat dit een masker was, gemaakt van rijst, ter bescherming tegen de zon. Om 12.00 uur arriveerden we bij ons onderkomen in Labuhanbajo. (Labuhan = haven; bajo = stam). Na lang zoeken slaagden we er vandaag in om een landkaart van Flores te bemachtigen.

Toen de lunch (met uitzicht op de haven) verorberd was, vertrokken we naar St. Damian, waar we het zwembad in aanbouw konden aanschouwen. Niemand van het personeel of de patiënten sprak Engels. Hoewel……….Op de valreep konden we toch nog onze vragen stellen aan de leider van het bouwproject. Nadien werden de winkels (food en non-food) van het Damian-project bezocht. De gehandicapten (ex lepra-patiënt; ex polio-patiënt; scheefgroei; brandwonden e.d.) waren trots op hun Toko! Met één van hen (Frans) raakten we aan de praat. Hij nam ons mee naar de 2e verdieping (waar een soort kantine was gevestigd) en trakteerde ons op een ijsje.

Enkele inkopen gedaan en hierna contact opgenomen met Tarsi. Zijn naam/telefoonnummer hadden we gekregen van onze contactpersonen in Horst. Tarsi was gids op Flores en is nu medewerker van de Stichting Rupingh in Amsterdam. Deze stichting houdt zich bezig met projecten op het gebied van watervoorziening op west-Flores. (Mama Belgi daarentegen is aktief op oost-Flores, waar ze zich inzet voor kinderen). Tarsi dus……..Van gids naar projectontwikkelaar. Over de naam Rupingh is diep nagedacht: Rupingh als associatie met een roeping; Rupingh als samentrekking van: Rupiah het Indonesische geld en 'ping' de Nederlandse geldvariant. Via zijn netwerk regelde Tarsi een boot voor ons, die ons morgen naar het eiland Rinca zal brengen. In een zeer armoedige omgeving zochten we het huis van de 'kapitein' op. Na afloop nodigde Tarsi ons uit bij hem thuis. Niet alleen wij en chauffeur Ambros waren van de partij, ook Frans (de gehandicapte uit de St. Damianwinkel en dorpsgenoot van Tarsi) ging met ons mee. We maakten kennis met de vrouw van Tarsi en met zijn 2 dochters. We voerden leuke gesprekken. Aangezien Tarsi 3 maanden in Nederland is geweest en daar een intensieve cursus heeft gevolgd, spreekt hij goed Nederlands. Er werd geconverseerd in 3 talen:
Tarsi: Indonesisch-Engels-Nederlands
Ben en Dees: Nederlands-Engels
Frans: Indonesisch-Engels
Ambros: Indonesisch.
Het thema was voornamelijk cultuurverschillen. De avond werd besloten met een etentje aan de haven (Ambros, Frans, Ben en Dees).

24 april 2005
Om 7.00 uur vertrokken we richting haven: Chauffeur Ambros en wij. Tarsi ging voorop met de motor. Nadat we hadden 'ingescheept', vertrok de vissersboot richting Rinca; een prachtige tocht die 2 uur in beslag zou nemen. Het was heerlijk dat wij alleen op de boot zaten (op 2 'Flores-kapiteintjes' na). Het Rinca-eiland staat bekend om de Komodo-varanen. Toen we bij het Komodo National Park arriveerden, moesten we betalen voor: entree, camera, gids, liggeld boot. Dus toch….toeristisch getint! Er volgde een rangers-walk van 2 uur, onder leiding van gids Urbanus. Klimmen, klauteren in de hitte, was geen sinecure! Behalve 5 varanen, zagen we ook enkele apen. Op het Rinca-eiland leven 1200 varanen. Een vrouwtjes-varaan kan 15 tot 30 eieren leggen. De varanen zijn kannibalen en eten hun eigen kleintjes op. Het dierlijk instinct van de jonge varanen zorgt ervoor dat ze meteen na de geboorte de benen nemen. Gemiddeld worden varanen 50 jaar oud. Eén van de 5 varanen die wij zagen was ongeveer 30 jaar. Na de rangers-walk genoten we weer van de 2 uur durende terugtocht per boot.

Na de lunch met de driver brachten we een kort bezoek aan het SVD-huis/parochiehuis, waar chauffeur Ambros 2 nachten sliep. Net voor vertrek ontdekte Dees een kanjer van een reptiel in de auto: groen/oranje van kleur met akelige ogen. Onder grote hilariteit van de toeschouwers werd dit beest door onze chauffeur verwijderd. Op naar het SVD-huis……..De priesters hadden echter te weinig tijd en vroegen aan ons om morgenvroeg voor ons vertrek naar Roe nog even terug te komen. Het vertrek van morgen werd voorbereid. We zullen 2 dagen nodig hebben om van Labuhanbajo (westen) terug te keren naar Maumere (oosten). Halverwege zullen we dan stoppen in een SVD-huis in Roe (tussen Bajawa en Ende).

25 april 2005
Het eerste gedeelte van de terugreis richting Maumere (Labuhanbajo-Roe) krijgen we vandaag voor de kiezen. We zullen 9 uur moeten rijden tot onze overnachtingsplaats halverwege het eiland. Voordat we vertrokken, werd (zoals gisteren was afgesproken) een kort bezoekje gebracht aan het SVD/parochiehuis. We hadden Tarsi gevraagd om daar ook naar toe te komen, zodat we hem nog gedag konden zeggen. Op deze manier kon er gecombineerd worden en dat scheelde tijd. Zoals gezegd volgde er een rit van 9 uur. Nadat er 7 uur non-stop was gereden, werd er geluncht in Bajawa. Ook nu ontbrak het 'vee' weer niet! Dit went nooit! Een insekt van zo'n 7 cm. had zich ook geïnstalleerd aan tafel! Met een handige snelle greep van Ambros werd het beest verwijderd. De reis werd vervolgd. Er restte ons nog 2 uur tot Roe. Onderweg stopte Ambros nog even om iets af te geven bij bekenden. Om 17.45 uur arriveerden we in het SVD-huis in Roe; ons onderkomen voor 1 nacht. Tot onze verbazing was de priester van het SVD-huis Riung aanwezig. Samen met hem en een bevriende ingenieur werd gegeten en nagepraat. Een typisch fruitprodukt van de streek werd geproefd. (Markieza fonetische schrijfwijze). Heerlijk!

26 april 2005
Het tweede gedeelte van de terugweg staat vandaag op de rol: Van Roe naar Maumere (Nangahure). We namen de meest noordelijke weg van het eiland. Prachtige vergezichten op de Floreszee (Laut Flores); maar wel een bar slechte weg. Diverse stukken van de weg waren weggeslagen. Gisteren moest er 9 uur gereden worden, vandaag 'slechts' 6. In Maumere werd geluncht. Omstreeks 16.30 uur arriveerden we bij Stella Maris in Nangahure. Bij ons vertrek hadden we de sleutel van de kamer ingeleverd; bij terugkomst was de sleutel zoek. Iedereen werd gemobiliseerd. In de tussentijd was gebleken dat we een huisgenoot (Jobi) hadden in ons bamboehuisje: Een medewerker van Mama Belgi. Ook hij zal 29 april met Mama Belgi en personeel meegaan naar Bali, i.v.m. een belangrijke meeting. Mama Din; Grasi; Mama Belgi; chauffeur Does; Jobi; 'kleinkinderen' Sarah en Bram……….Binnen een mum van tijd zat het bamboehuisje vol. De sleutel van onze kamer werd gevonden en we konden ons weer installeren. Natuurlijk vertelden we over onze 10-daagse verkenningstocht over het eiland.

27 april 2005
In vergelijking met de andere landen die we bezocht hebben, valt ons op dat er op Flores niet of nauwelijks gebedeld wordt. Overigens……..Het is onze laatste dag op Flores.
Er werd getypt en de koffers werden ingepakt. Morgen zullen we Flores verlaten en naar Bali vertrekken. We zijn benieuwd wat luchtvaartmaatschappij Merpati nu voor ons in petto heeft! Zoals bekend worden regelmatig vluchten geannuleerd. Wij hebben er dan ook voor gekozen om onze terugvlucht van Flores naar Bali met 3 dagen te vervroegen. Dit komt goed uit, aangezien ons 'Flores-programma' toch klaar is: Alle kindertehuizen van Mama Belgi zijn bezocht en het hele eiland is verkend. Flores…..Weliswaar arm, maar een prachtig eiland:
Voor ons een geweldige ervaring!
Trouwens……Merpati blijkt toch niet de enige luchtvaartmaatschappij te zijn die vliegt tussen Flores en Bali. We vernamen dat o.a. Pelita Air ook operationeel is.
In ieder geval……Morgen dus…..Op naar Bali!
Maar eerst werden we omstreeks 18.00 uur nog geconfronteerd met een stroomuitval die de hele avond heeft geduurd. Overal werden kaarsjes ontstoken. Ook wachtte ons nog een verrassing…….Toen we nietsvermoedend (gewapend met zaklamp) naar de eetzaal liepen, bleek dat de leiding van Stella Maris een 'afscheidsfeestje' voor ons had georganiseerd.

Er werd samen gegeten. Personeel was aanwezig. Toen verschenen de kinderen, die begonnen te zingen. Nadat ze enkele Indonesische liedjes ten gehore hadden gebracht, werd ineens het lied gezongen dat ze van Dees hadden geleerd. Of dat nog niet genoeg was, werden er ook nog cadeautjes aangeboden. We waren totaal overrompeld en onder de indruk van zoveel warmte! Toen was het onze beurt om iets te zeggen. De avond werd besloten met het stellen van vragen aan ons door de jongelui. Deze vragen hadden voornamelijk betrekking op de cultuurverschillen tussen Flores en Nederland. Het was een waardevol samenzijn geweest!

28 april 2005
Vanochtend hebben we ons klaargemaakt voor ons vertrek naar Bali. Omstreeks 10.30 uur vertrokken we vanuit Stella Maris naar het huis van Mama Belgi, waar iedereen aanwezig was. Tijdens de lunch werd ons verblijf op Flores nog even besproken. Mama Frans werd gedag gezegd en met de rest van de mensen ging het richting vliegveld (Mama Belgi, Mama Din, Ibu Grasi, adoptiedochter Mieke met haar vriend Ton en chauffeur Does). Hier werd afscheid genomen………………………….. Partir c'est mourir un peu…….. Onze vlucht van 13.25 uur vertrok al om 13.00 uur. Merpati blijft verrassen: Eerst wordt er een vlucht geannuleerd begin april en nu wordt er te vroeg vertrokken. Om 14.10 uur landden we op Denpasar Bali. Nadat we onze vluchten naar Nederland hadden herbevestigd (achteraf bleek dit niet nodig te zijn voor Singapore Airlines), gingen we naar ons onderkomen. Hier zullen we 3 nachten verblijven. Zoals reeds gememoreerd, zijn we enkele dagen eerder naar Bali vertrokken, aangezien Merpati niet echt betrouwbaar is, als het gaat om de verbinding van Flores naar Bali.

29 en 30 april 2005
De paar dagen op Bali werden o.a. ingevuld met: verslaglegging en onderling ervaringen uitwisselen. Onze 2 maanden zuid-India/Flores passeerden nog eens de revue. We hadden vele contacten gelegd; vele projecten bezocht en vele inspirerende mensen ontmoet.
Kortom: Het was een leerzame en waardevolle periode geweest!
Ook was Bali even goed om het hoofd een beetje 'leeg' te maken; indrukken te verwerken en voor te bereiden op de lange terugvluchten naar Nederland. Aangezien we op Bali weer in de plaats Kuta zaten en we ons wilden onttrekken aan het toerisme, hebben we o.a. een bezoek gebracht aan het monument van de Bali-aanslag van enkele jaren geleden.
En natuurlijk kon de zee ook niet ontbreken!

1 mei 2005
's Morgens nog even mails opgehaald. Een mail van Mama Belgi….. . Haar vlucht van 29 april van Flores naar Bali bleek de nodige problemen te hebben opgeleverd. Op 29 april had zij namelijk met haar team voor een paar dagen naar Bali moeten vertrekken. Dit i.v.m. een vergadering. Echter….Haar vlucht had de nodige vertraging opgelopen en bovendien had slechts de helft van het aantal passagiers toestemming gekregen om aan boord te gaan.
Mama Belgi vond het erg belangrijk dat haar team de vergadering zou kunnen bijwonen. Daarom stond zij haar plaats (en die van Mieke) af aan het personeel.
Wij waren blij dat we enkele dagen eerder naar Bali waren vertrokken. Vliegen met Merpati blijft onaangename verrassingen opleveren!

Laat in de middag per taxi naar het vliegveld. We constateren opmerkelijke verschillen in de luchthavenbelasting:
International airport Denpasar Bali: 200.000 Rupiah's voor 2 personen (ongeveer 20 Euro).
Betrof vlucht Bali-Singapore.
Domestic airport (voor binnenlandse vluchten) Denpasar Bali: 50.000 Rupiah's voor
2 personen (ongeveer 5 Euro).
Betrof vlucht Bali-Flores.
Airport Maumere op Flores: 6.000 Rupiah's voor 2 personen (ongeveer ½ Euro).
Betrof vlucht Flores-Bali.
Conclusie: De luchthavenbelasting wordt vastgesteld naar financiële draagkracht. De 'rijke' toerist als melkkoe voor de Staat. De wet van de grote getallen regeert hier duidelijk.
Nadat er nog wat 'geshopt' was, vertrok het vliegtuig vanuit Bali om 20.05 uur. Omstreeks 22.25 uur werd geland in Singapore. De 2e vlucht zou een lange zit worden: Van Singapore naar Amsterdam. We zouden vertrekken om 23.45 uur; dit werd een uur later. Rekening houdend met het tijdsverschil en het latere vertrek zou deze vlucht 13 uur duren.
Singapore Airlines zorgde wederom voor een uitstekende service, maar al met al was het toch een erg vermoeiende reis.

2 mei 2005
De landing op Schiphol was gepland om 7.15 uur. Dit werd uiteindelijk 7.45 uur.
Met de Schipholtaxi naar Venlo, waar we om 11.00 uur in huize 'Roodkapje' arriveerden.
Zeer voldaan en vele ervaringen rijker!
2 maanden zuid-oost Azië zaten erop.
Zodra we weer op route gaan, zal 'bendeesonderweg.nl' weer worden bijgewerkt!

Terug